Verslag van de directie
De internationale economische situatie
In het verslagjaar nam het verschil in groeitempo
- gemeten in bruto binnenlands produkt (bbp) -
tussen de verschillende westerse economieën,
zoals dit zich al sedert 1990 begon af te tekenen,
nog verder toe. Dit kwam mede door een niet ge
lijk oplopen van de conjunctuurbeweging in de
Angelsaksische landen en in de Westeuropese
landen.
In 1991 belandden de Verenigde Staten en het
Verenigd Koninkrijk in een recessie. In West-Eu
ropa viel de terugval mee, er trad daar aanvanke
lijk slechts een vertraging van de groei op. Deze
minder negatieve ontwikkeling was te danken
aan de Duitse hereniging per 1 juli 1990. Deze
veroorzaakte in Duitsland een sterke groei van de
bestedingen waarvan de andere Europese lan-
Grafiek I
Groei bbp Verenigde Staten,
Verenigd Koninkrijk, Duitsland
- Verenigde Staten
- Verenigd Koninkrijk
- Duitsland
1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1 993
Bron: Datastream
den en met name Nederland door middel van een
stevige exportgroei konden profiteren. Zie hier
voor grafiek I.
Dit bestedingseffect was echter spoedig uitge
werkt en Europa kreeg vervolgens met de keerzij
de van de hereniging te maken. De kosten van de
eenwording vielen veel hoger uit dan aanvanke
lijk was geraamd en omdat deze niet uit een ver
hoging van de belastingen werden gefinancierd,
wakkerde de inflatie in Duitsland aan. Deze steeg
tot 5,5% over 1992 - het hoogste percentage van
alle Westeuropese landen - en leidde tot een
strak monetair beleid van de Bundesbank. Daar
door daalde de inflatie in West-Duitsland in 1993
tot 4,2%, een percentage, dat de Bundesbank te
hoog vindt. Tegelijkertijd daalde het bbp in West-
Duitsland over 1993 met maar liefst 1,9%, de
grootste teruggang sedert de Tweede Wereld
oorlog. Illustratief voor de moeilijke situatie waar
in het Duitse bedrijfsleven is beland. In het bin
nenland wordt het bedrijfsleven geconfronteerd
met een zwakke vraag, mede omdat de consu
ment door de sterk oplopende werkloosheid
voorzichtiger is geworden. Maar ook het bedrijfs
leven is terughoudend want de investeringen
daalden met 10%. Terwijl de situatie op de ex
portmarkten evenmin rooskleurig was. Een hoog
prijsniveau en een traditioneel exportpakket,
waarbij de nadruk ligt op de metaalnijverheid en
met name de machinebouw, maken het Duitse
bedrijfsleven kwetsbaar op de buitenlandse
markten.
Een aanzienlijke inflatie, gevoegd bij een reces
sie, betekende dat er in de Duitse economie
in 1993 sprake was van een stagflatie. Wanneer
7 I Friesland Bank Jaarverslag 1993