Daardoor daalde de geldmarktrente van 8,6% aan het begin van het verslagjaar naar 5,5% in december. Een opmerkelijk scherpe daling, die past in het beeld vanaf 1990, waarbij de ontwik keling van de korte rente nog maar weinig over eenkomsten vertoont met die in de twintig jaar daarvoor. Opvallend is dat de daling van de korte rente van af september uitgaat boven die van de Duitse. Dit negatieve ecart tussen beide is ongebruikelijk (gebruikelijk is, dat de Nederlandse tarieven bo ven die van Duitsland liggen) en het weerspiegelt de kracht van de Nederlandse gulden ten opzich te van de Duitse mark, zoals deze zich sedert de valuta-onrust in juli/augustus manifesteert. Richten wij onze aandacht op de kapitaalmarkt- rente, waarbij wij ons baseren op Nederlandse staatsleningen met een gemiddelde looptijd van 5-8 jaar, dan daalde deze van 7,1% in januari Grafiek V Kapitaalmarkttarieven in Nederland <y0 - Nederlandse staatsleningen 5-8 jaar 1984 1 985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1 993 Bron: Datastream naar 5,3% in december 1993. Wij moeten tot de jaren zestig teruggaan voor een overeenkomstig renteniveau. Uiteraard ontstaat hiermee voor het Nederlandse bedrijfsleven en voor de Nederlandse Staat een uiterst comfortabele situatie, waarvan vooral de laatste wist te profiteren. Bij het Nederlandse particuliere bedrijfsleven nam - ondanks deze gunstige rente-ontwikkeling - de groei van de kredietverlening af. Een afname die verband houdt met de stagnerende conjunctuur. Een on derneming investeert nu eenmaal niet, omdat de rente laag is, maar om haar marktpositie verder te versterken en haar winstgevendheid te vergro ten. Deze afname door een daling van de con junctuur wordt wel weer gedeeltelijk gecompen seerd door een toenemende verliesfinanciering. Opvallend is, dat er een substitutie van korte schulden door langlopende leningen plaatsvond. In de korte kredietverlening was er in het eerste kwartaal nog sprake van een toename met onge veer 3%. In het derde kwartaal was deze toena me vooral als gevolg van het substitutie-effect omgeslagen in een daling van 6%. Deze substi tutie is vooral het gevolg van het streven van de bedrijven om hun liquiditeitspositie minder kwetsbaar te maken voor conjuncturele tegen slagen. De dalende kapitaalmarktrente bood het bedrijfsleven bij een verslechterende conjunc tuur daartoe vanaf het derde kwartaal de moge lijkheid. Wie ook profiteert van de sterk gedaalde kapi taalmarktrente is de particulier, die nu kans ziet om zijn wens van het bezit van een eigen woning te realiseren. Vooral dankzij de lage kapitaal- 131 Friesland Bank Jaarverslag 1993

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1993 | | pagina 15