bouwprodukten sterk zijn gedaald, is de inko
mensontwikkeling in die sectoren van de land
bouw over 1993 negatief. Gelukkig vormt de
melkveehouderij daarop tot nu toe een uitzonde
ring. Het is schrijnend te moeten constateren, dat
een bedrijfstak die macro-economisch gezien
onze economie voortdurend een steun in de rug
geeft, daarvoor betrekkelijk weinig erkenning
krijgt, terwijl die bijdrage met steeds grotere ar
beidsinzet en inkomensoffers geleverd wordt.
Opvallend is de teruggang in de industrie. Daar
daalde de produktie in volume met 1,5%, met als
negatieve uitschieter de chemische industrie en
delen van de metaalindustrie. Onze metaalindus
trie is vaak toeleverancier voor de Duitse indus
trie en daar is de produktie in de industrie over
1993 met 7% gedaald.
Dat de Nederlandse economie in 1993 niet in een
recessie is beland, zoals zich in het eerste kwar
taal van 1993 nog liet aanzien, werd door een
aantal positieve ontwikkelingen veroorzaakt.
Zo bleven de consumptieve bestedingen door
gezinnen op peil, ondanks het feit, dat het consu
mentenvertrouwen in de economie duidelijk ne
gatief bleef over het gehele jaar.
De bruto-investeringen door overheid en bedrij
ven vertoonden voor het eerst sinds begin 1992
in het derde kwartaal van 1993 weer een groei en
wel met 4% in vergelijking met dezelfde periode
van het jaar daarvoor. Deze kentering komt voor
al voor rekening van de bedrijfsinvesteringen.
Een deel hiervan heeft overigens een incidenteel
karakter; het betreffen voornamelijk investerin
gen in offshore-activiteiten en vliegtuigen. Toch
kan deze kentering het optimisme van de onder
nemers, dat de conjunctuur zich weer zal herstel
len, nog vergroten. Een optimisme dat nog niet
gevoed wordt door veel richtinggevende con
juncturele indicatoren. Zo is bijvoorbeeld de be
zettingsgraad van de produktie-installaties in de
industrie in december 1993 met 80% sedert
maart 1983 nog niet zo laag geweest.
Ook de export laat een herstel zien. In volume
daalde de export in de eerste twee kwartalen nog
met 1 In het derde kwartaal steeg de export
echter weer met 2%. Een percentage dat ver
trouwen geeft in een scenario, dat het conjunc-
tuurherstel in 1994 zich weer kan voltrekken via
ons exporterende bedrijfsleven. Hierbij moet
echter wel worden aangetekend, dat deze cijfers
sinds 1 januari 1993 aan betrouwbaarheid heb
ben verloren, nu er niet langer registratie door de
douane bij de grenzen plaatsvindt, maar terugge
vallen moet worden op een enquête bij het ex
porterende bedrijfsleven. Voorts mag niet verge
ten worden, dat het exporterende bedrijfsleven
zijn positie in 1992 en 1993 alleen heeft kunnen
handhaven door stevige prijsconcessies te doen,
waardoor het verzwakt is en aan groeikracht
heeft ingeboet.
Een andere indicatie voor de moeilijke situatie
waarin het Nederlandse bedrijfsleven in deze pe
riode van stagnatie verkeert, is het aantal faillisse
menten. Dat steeg in 1993 namelijk tot boven de
6.000. Ten opzichte van 1992 is er sprake van een
toename met meer dan 25% en ten opzichte van
1990 zelfs van een verdubbeling. In deze eeuw
werden alleen in de jaren 19811982 en 1983 een
nog groter aantal faillissementen geregistreerd.
Opvallend zijn ook de grote onderlinge verschillen