Verslag van de directie
De economische situatie
Het jaar 1992 is in veel opzichten een gedenk
waardig jaar. Er kwam een einde aan een lange
periode van economische groei die na de crisis in
de jaren 1981/1982 was ingezet. De afgelopen
periode werd gekenmerkt door het streven naar
grootschaligheid. De filosofie daarachter is dat
het economisch perspectief gunstig wordt beïn
vloed door de vorming van grote economische
machtsblokken. De totstandkoming van een gro
te Europese binnenmarkt zonder grenzen wordt
te meer noodzakelijk geacht om zo een tegen
wicht te kunnen bieden aan bestaande en zich
ontwikkelende grote economische blokken el
ders in de wereld. Deze ontwikkeling leidde
voorts tot een noodzakelijk geachte schaalver
groting in een deel van het bedrijfsleven. Om een
rol te kunnen blijven spelen in het Europa van
morgen zochten veel grotere ondernemingen
naarstig naar geschikte fusie- of overnamepart-
ners.
Nadat in 1991 de groei al vertraagde, kwam er in
1992 een abrupt einde aan het optimistische sce
nario dat voorzag in een voortgaande en beheer
ste economische groei in Europa. In de plaats
van een duidelijke groeitrend worden we nu
geconfronteerd met een complexe en grillige
ontwikkeling. De illustraties in het jaarverslag
beogen een afspiegeling van deze tijd te zijn.
Ze geven een aantal nog niet gepubliceerde
fractalen weer. Volgens Van Dale zijn fractalen
grillige meetkundige figuren, ontstaan door het
uitzetten van punten, die de uitkomsten weerge
ven van een formule die vele malen op zijn eigen
uitkomsten wordt toegepast. Verwarrend en on
getwijfeld bevreemdend als men voor het eerst
de grafische weergave van deze fractalen beziet.
Maar tegelijkertijd zijn ze boeiend en van
een aparte schoonheid. Tenminste als men er
voor open staat. Net als voor de nieuwe uitda
ging, waarvoor wij ons in Europa nu weer gesteld
zien.
Hoe snel de situatie ingrijpend kan veranderen,
blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkelingen rond de
Europese Monetaire Unie. In december 1991
kwamen de regeringsleiders een nauwkeurig
omschreven marsroute voor de totstandkoming
van de EMU overeen. Het Europese Monetaire
Stelsel zou daarbij een nog grotere rol gaan spe
len dan het al deed. Dit stelsel dat in 1978 werd
ingevoerd en dat vooral na 1987 naar ieders in
zicht goed functioneerde, voorziet in een wissel
koersarrangement met vastgelegde spelregels
voor de deelnemende lidstaten van de EG. Het
lukte zelfs vijfjaar lang wisselkoersaanpassingen
binnen het EMS te vermijden. Deze wisselkoers
stabiliteit werkte positief uit op de communautai
re handel en had tot gevolg dat de hoogte van de
rente en van de inflatie in de lidstaten naar elkaar
toe bewoog. Maar het EMS bedekte wel een
aantal onderlinge onevenwichtigheden, zoals de
verschillen in budgettair beleid van de lidstaten,
de verschillen in concurrentiekracht van het be
drijfsleven, en de verschillen in stijging van de ar
beidskosten. Onevenwichtigheden, die norma
liter zeker hadden geleid tot stevige wissel
koersaanpassingen, maar door de suggestieve
invloed die van het EMS uitging achterwege ble
ven.
Toen de Denen in juni 1992 bij referendum
afstand namen van het Verdrag van Maastricht
besefte men opeens dat de realisatie van de
7
Friesland Bank Jaarverslag 1992