oefend op het zakelijke en financiële beleid, vindt plaats op basis van de netto-vermogenswaarde aan de hand van de meest recente gegevens van deze ondernemingen. De overige deelnemingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Het aandeel in het resultaat van geconsolideerde deelnemingen (voor wat betreft de enkelvoudige jaarrekening) en niet-geconsolideerde deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid alsmede de uitkerin gen ontvangen van deelnemingen waarin geen in vloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zake lijke en financiële beleid, wordt opgenomen onder ‘Andere baten’. De niet als dividenden uitgekeerde resultaten van de minderheidsdeelnemingen worden onder de ‘Reserves’ afzonderlijk getoond als ‘Wette lijke reserve’. Indien bij de overname van deelnemin gen de netto-vermogenswaarde hoger is dan de ver- krijgingsprijs, wordt het verschil ten gunste van een herwaarderingsreserve gebracht. Onroerende goederen en inventarissen De bankgebouwen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, afgeleid van de vervangingswaarde op basis van continuïteit en functionaliteit. Deze vervangings waarde wordt bepaald door middel van periodieke taxaties, zodanig dat in een periode van 10 jaar alle gebouwen tenminste éénmaal zijn getaxeerd. Nadat de aldus bepaalde waarde van de gebouwen is ver minderd met de waarde van de grond, wordt op het dan resterende bedrag afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur. Waarderingsaanpassingen worden onder aftrek van de contante waarde van de latente vennootschaps belasting ten gunste often laste gebracht van de ‘Re serve waardering gebouwen’ welke in de balans in de post ‘Reserves’ is begrepen. De onroerende goederen niet voor eigen gebruik om vatten onder meer verhuurde gedeelten van bedrijfs gebouwen, bedrijfsgebouwen in aanbouw en overige onroerende goederen, bestemd voor de verhuur. Waardering vindt plaats tegen opbrengstwaarde bij willige verkoop, met uitzondering van de in aanbouw zijnde panden, welke voor de bestede kosten wor den opgenomen. Op de inventarissen wordt 10 per jaar en op de on der dit hoofd opgenomen computerinstallaties 25 per jaar van de aanschaffingswaarde afgeschreven. Voorzieningen Deze posten zijn opgenomen onder het balanshoofd ‘Crediteuren’. Voorziening voor algemene bedrijfsrisico’s: Deze voorziening heeft betrekking op de algemene risico’s die, rechtstreeks of door deelnemingen, uit hoofde van kredietverlening en uitoefening van het overige actieve bankbedrijf worden gelopen. Jaarlijk se dotatie aan deze voorziening geschiedt ten laste van de winst- en verliesrekening; de benodigde toe voeging aan de voorziening voor mogelijke oninbaar- heid van vorderingen, welke in mindering is gebracht op de post ‘Debiteuren’, wordt aan de voorziening voor algemene bedrijfsrisico’s onttrokken. De jaarlijkse dotatie aan deze voorziening wordt be paald door zowel de omvang van de risicodragende activa als door de onttrekkingen aan deze voorzie ning. Voorziening voor latente belastingverplichtingen: Betreft belastingverplichtingen welke in de toekomst kunnen ontstaan als gevolg van verschillen in com merciële en fiscale waardering van sommige activa en passiva. Deze latente belastingverplichtingen worden con form de richtlijnen van De Nederlandsche Bank N.V. gewaardeerd tegen de contante waarde, waarbij de ze contante waarde wordt bepaald door discontering op basis van de netto rente en de looptijd. Onder net to rente wordt in dit verband verstaan de rente van langlopende leningen onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. 231 Friesland Bank Jaarverslag 1992

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1992 | | pagina 25