Het gevolg van dit beleid was dat in december 1992 het 3-maands interbancaire geldmarktta- rief uitkwam op 8,6 Meer dan één procent punt lager dan in augustus en 0,9 lager dan aan het begin van het verslagjaar. Grafiek II Geldmarktrente 1992 Nederland interbancair 3-maands Duitsland interbancair 3-maands 8 9 10 11 12 Richten wij onze aandacht op de kapitaalmarkt- rente, dan bedroeg deze, dat wil zeggen geme ten aan de tarieven Nederlandse staatsleningen met een resterende looptijd van 9-10 jaar, in januari 1992 nog 8,4 Na een geringe da ling kroop de lange rente weer omhoog naar 8,37 in augustus. Vervolgens zette toch - on der invloed van de ontwikkelingen op de geld markt waarop de kapitaalmarkt wat al te gretig op vooruit wou lopen een daling in. Daardoor kwamen de tarieven in december 1992 uit op 7,4 (zie hiervoor ook grafiek III). Vergelijken wij deze ontwikkeling met die in Duitsland, dan is opvallend dat de kapitaalmarktrente in Neder land zoals gebruikelijk nog wel steeds boven die in Duitsland lag. Maar het renteverschil dat histo risch gezien toch wel minimaal 0,3 bedraagt, is in de loop van 1992 duidelijk verminderd. De Nederlandse kapitaalmarktrente kwam in be gin 1993 zelfs onder het Duitse niveau terecht. Een situatie, die op grond van een aantal facto ren, evenals in het verleden, slechts van korte duur zal zijn. Grafiek III Kapitaalmarktrente 1992 Nederlandse staatsleningen 9-10 jaar Duitse staatsleningen 10 jaar 9 10 11 12 In vergelijking met januari 1992 lag de kapitaal marktrente in december 1992 ongeveer 1 lager. Over 1992 is er derhalve sprake van een behoorlijke daling van zowel de korte als de lange rente. Voor zowel de bedrijven als de particulieren is dit een gunstige ontwikkeling geweest. Immers in 1992 werd er door het Nederlandse bedrijfsleven alleen al ruwweg f 45 miljard aan rente betaald. De inves teringskosten voor de bedrijven worden er dus aan zienlijk door verlaagd, terwijl voor de particulieren zowel de hypotheeklasten als de lasten van con sumptieve financieringen verminderen. Er wordt wel eens geponeerd, dat 1 meer of minder aan rente alleen al via het effect op de woningbouw een daling of toename van 10.000 a 20.000 arbeids plaatsen inhoudt. Hoe moeilijk het effect van een rentedaling ook exact valt te kwantificeren en hoe moeilijk ook de uitwerking in tijd valt aan te geven, 13 Friesland Bank Jaarverslag 1992

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1992 | | pagina 15