EMU geen proces was dat zich onafwendbaar
zou voltrekken. De Euroforie sloeg snel om in
Euroscepsis. Plotseling was er volop twijfel aan
de haalbaarheid van de economische en politie
ke voorwaarden voor de realisatie van de EMU.
Door de zwakte van een aantal economieën wa
ren er al spanningen op de valutamarkten maar
de afwijzing van de Denen ontnam het EMS zijn
kosmetische glans en leidde met enige vertra
ging tot golven van valutaspeculatie. Al spoedig
bleek dat de macht van de centrale banken om
succesvol te kunnen interveniëren zijn beperkin
gen kent. Valutahandelaren kunnen wereldwijd
over grote hoeveelheden liquiditeiten beschik
ken die zij door de liberalisatie van de kapitaal
markten en de moderne techniek snel kunnen
concentreren op één munt. De gezamenlijke te
goeden waarover de centrale banken beschik
ken zijn daarmee vergeleken relatief beperkt.
Men slaagde er niet in om de lire, de peseta en
het Engelse pond binnen het EMS te houdenook
al verleende de Duitse Bundesbank voor 110,6
miljard Duitse marken aan steun. De valutaspe
culatie die de speculanten flinke winsten heeft
opgeleverd ten koste van de burgers in het deva
luerende land zal het EMS ongetwijfeld blijven
beproeven totdat er een echte integratie tot
stand komt met één centrale bank en één munt.
Pas dan ook zal de Europese Gemeenschap een
levensvatbaar geheel zijn.
Wanneer wij onze aandacht richten op de econo
mische ontwikkeling van een aantal landen dan
kunnen wij vaststellen dat de in 1991 ingezette
groeivertraging zich in 1992 in versterkte mate
voortzette. Over 1992 steeg in de OESO-landen
het bruto binnenlands produkt (bbp) met nog
slechts 1,5%. Achter dit gemiddelde gingen
echter wel - naar landelijk niveau bezien - duide
lijk verschillende ontwikkelingen schuil. In het be
gin van 1992 hadden zowel de Verenigde Staten
als het Verenigd Koninkrijk nog duidelijk te kam
pen met een recessie, terwijl daarvan in Japan en
in overig West-Europa geen sprake was. Echter,
in de tweede helft van 1992 veranderde dat pa
troon in korte tijd ingrijpend.
Na de zomer trad in de Verenigde Staten een her
stel in, dat naarmate het jaar vorderde steeds
meer aan kracht en overtuiging won. Zo steeg
over het vierde kwartaal het bbp zelfs met
4,89 de grootste stijging gedurende de afge
lopen vijfjaren. Tegelijkertijd deed zich in Japan
en West-Europa een omslag van de conjunctuur
voor. West-Duitsland belandde in een recessie,
die steeds ernstiger vormen aannam en die ook
overig Europa infecteerde. Bedroeg de groei van
het bbp in West-Duitsland over 1991 nog 3,7
over 1992 was dat met slechts 1,5% ruim
schoots gehalveerd. Op grond van de laatste
prognoses moet er rekening mee worden gehou
den dat in 1993 het bbp zelfs met minimaal 0,5
zal dalen. Wat de inflatie betreft, deze bedroeg
5,5 en was daarmee in 1992 de hoogste van
alle Westeuropese landen! Illustratief voor het
feit, dat Duitsland - de motor van de Europese
economie - van slag is. Voor overig Europa is dit
geen gunstige situatie. Immers wij zijn - en dat
geldt met name voor Nederland - zeer afhanke
lijk van de gang van zaken in dat land. Het is dan
ook van het allergrootste belang voor geheel
West-Europa dat de Duitse regering weer greep
krijgt op de overheidsfinanciën en de sociale
partners weet te bewegen tot matiging bij de