Uiteraard had dit een duidelijk positief effect op de ondememersdichtheid (het aantal inwoners per onderneming). Telde Friesland in 1983 één bedrijf per 37 inwoners, in 1991 was die verhouding gedaald tot één bedrijf per 29 inwoners. Verhoudingen, die nog steeds ten achter blijven bij de landelijke. Voor geheel Nederland bedroegen die namelijk voor 1983 één bedrijf per 29 inwoners en voor 1991 één bedrijf per 21 inwoners. Een positief aspect aan een hoge ondernemingsdichtheid is, dat daardoor beter allerlei onderlinge contacten en relaties gelegd kunnen worden. Uiteraard levert ook de Friesland Bank, die een belangrijke positie in de Friese economie inneemt, een belangrijke bijdrage aan deze groei. Een negatief aspect kan zijn dat wanneer deze dichtheid boven een bepaalde kritische waarde uitstijgt, dit kan leiden tot een te zware onderlinge concurrentie in één of verscheidene bedrijfsklassen. Van groot belang voor onze provinciale economie is ook de agrarische sector. Voor de landbouw is 1991 over het algemeen een moeilijk jaar geweest. Weliswaar liepen de resultaten per bedrijf sterk uiteen, maarzij bleven achter bij die van 1990. Dit geldt zowel voor de akkerbouw als de veehouderij. Het inkomen van de Friese boer komt daardoor onder toenemende druk te staan. Enerzijds wordt hij gedwongen ten behoeve van het milieu investeringen te doen, waartegenover geen opbrengsten staan, anderzijds wordt hij onder de regelgeving van de EG geconfronteerd met produktiebeperkende en prijsverlagende maatregelen. Voorshands staat hier geen compensatie tegenover. Hoewel het ondernemerschap in de Friese landbouw hoog aangeslagen kan worden en tot nog toe op alle ontwikkelingen goed is gereageerd, moet toch worden gevreesd dat gemelde ontwikkelingen zullen leiden tot een sanering. Dit houdt in, dat het aantal landbouwbedrijven verder zal verminderen, doordat de marginale bedrijven zullen verdwijnen en er dus een verdere bedrijfsvergroting zal optreden. Het is duidelijk, dat dit proces niet onopgemerkt aan de Friesland Bank zal voorbijgaan. Begeleiding van bedrijfsbeëindiging en het bieden van passende oplossingen voor de financiering van de schaalvergroting zal zeer veel aandacht vragen. Bij de haalbaarheidsonderzoeken in het kader van deze schaalvergroting zal de factor ondernemerschap zwaarder wegen dan ooit. Eerder werd al gesteld, dat de Friese boer wat dit betreft in het algemeen over goede papieren beschikt. Ook al geldt voor de landbouw dat 1992 de nodige onzekerheden in zich bergt, toch kan de toekomst met vertrouwen tegemoet worden gezien. De rente Ten aanzien van de rente hebben zich de laatste jaren verrassende ontwikkelingen voorgedaan. De rente is eigenlijk niet meer dan een verzamelnaam voor verschillende rentetypen. Zo kan men bijvoorbeeld de korte rente of geldmarktrente, de lange rente of kapitaalmarktrente en de reële rente onderscheiden. Door het looptijdverschil bestaat er tussen de geldmarktrente en de kapitaalmarktrente een verschil in rentepercentage. Dat patroon van onderlinge verschillen in rentepercentages wordt de rentestructuur genoemd. Normaal is dat de korte rente lager ligt dan de lange rente.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1991 | | pagina 15