Verslag van de directie De economische situatie Wij kunnen 1991 karakteriseren als een jaar, waarin mondiaal een duidelijke groeivertraging optrad. In 1990 steeg in de OESO-landen het bruto nationaal produkt (bnp) nog met 2,6 terwijl in 1991 de stijging met 1,2 meer dan gehalveerd was. Ver onder dat gemiddelde zaten de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Deze beide landen bevonden zich duidelijk in een recessie. Ook in Duitsland, de motor van de EG, trad een groeivertraging op. Steeg in 1990 het bnp in volume nog met 4,5 de toename bedroeg in 1991 nog slechts 3,2 De economische groei in dat land werd vooral gedragen door het sterke binnenlandse bestedingseffect als gevolg van de Duitse hereniging per 1 juli 1990. Daardoor liep de bezettingsgraad bij de Westduitse industrie flink op. Ook de importen stegen, waarvan het Nederlandse bedrijfsleven mede wist te profiteren. De inflatie in Nederland liep op van 2,5 in 1990 tot 3,8 in 1991Een inflatie die mede werd aangewakkerd door kostenverhogende overheidsmaatregelen. Voor de Duitse Bundesbank, die aan inflatiebestrijding de hoogste prioriteit toekent, vormde dat de aanleiding om de monetaire teugels verder aan te halen. Maar in 1991 daalde wel de export in waarde met 1,6 en nam in het laatste kwartaal ook de industriële produktie met 1,6 af, zodat de vrees toeneemt dat de groei van de Duitse economie verder zal inzakken en zal overgaan in een recessie. Uiteraard zou dat voor de EG en voor Nederland onaangename gevolgen hebben. De wereldwijde groeivertraging zou weleens een belangrijke structurele ontwikkeling kunnen versterken. Wij doelen op een ontwikkeling waarbij het protectionisme steeds meer veld wint en het functioneren van de vrije markteconomie aantast. Een protectionisme dat behalve door het afzwakken van de conjunctuur vooral gevoed wordt door Japan. Dit land concurreert op een wijze, waarop de private ondernemingen in de westerse landen geen doeltreffend antwoord kunnen geven. Japanse ondernemingen, die kunnen rekenen op de steun van het overige Japanse bedrijfsleven, de Japanse overheid en de Japanse samenleving, proberen in het buitenland met alle mogelijke middelen hun concurrenten van hun thuismarkt te verdrijven. Nu deze strategie keer op keer wordt gehanteerd en Japan niet van zins lijkt om daarin verandering te brengen door bijvoorbeeld zijn thuismarkt open te stellen, roept dat steeds meer weerstand op. Onderhandelingen daarover worden door Japan hoofdzakelijk gebruikt voor afleidings- en vertragingsmanoeuvres. Noord-Amerika en de EG worden door deze opstelling dan ook in de richting van een toenemend protectionisme gedreven. Een protectionisme dat zich uiteindelijk niet alleen tegen Japan keert, maar een veel verdergaande werkingssfeer krijgt. Ook de verhoudingen tussen de Verenigde Staten en de EG raken erdoor verkoeld. Zo leidt een toenemend protectionisme tot een zich uitkristalliseren van enkele economische blokken. Tussen die economische blokken zal de wederzijdse handel steeds meer gereguleerd worden op basis van bilaterale overeenkomsten. Landen die daartoe niet behoren raken daardoor in toenemende mate buitengesloten. Het ontstaan van dergelijke economische blokken wakkert voorts chauvinisme en nationalisme aan. Wij 7 Friesland Bank Jaarverslag 1991

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1991 | | pagina 11