Deelnemingen
De waardering van de in de consolidatie begrepen
deelnemingen geschiedt op basis van de netto-
vermogenswaarde ultimo boekjaar. De waardering
van de niet-geconsolideerde deelnemingen, waarin
invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het
zakelijk en financieel beleid, vindt plaats op basis
van de netto-vermogenswaarde aan de hand van
de meest recente gegevens van deze
ondernemingen. De overige deelnemingen worden
gewaardeerd tegen actuele waarde.
Het aandeel in het resultaat van geconsolideerde
deelnemingen en niet-geconsolideerde
deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt
uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid
alsmede de uitkeringen ontvangen van
deelnemingen waarin geen invloed van betekenis
wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële
beleid, worden opgenomen onder ‘Andere baten’. De
niet als dividenden uitgekeerde resultaten van de
minderheids-deelnemingen worden onder de
‘Reserves’ afzonderlijk getoond als ‘Wettelijke
reserve’.
Onroerende goederen en inventarissen
Ingevolge de richtlijnen van De Nederlandsche
Bank N.V. zijn de onroerende goederen in eigen
gebruik gewaardeerd tegen vervangingswaarde op
basis van continuïteit en functionaliteit.
Deze waarde wordt bepaald door middel van
taxatie; vanaf 1987 wordt eens in de twee jaar
ongeveer 'k deel van de gebouwen getaxeerd.
Nadat de aldus bepaalde waarde van de gebouwen
is verminderd met de waarde van de grond, wordt
op het dan resterende bedrag jaarlijks 3 van de
boekwaarde afgeschreven.
Afhankelijk van de ligging van de gebouwen is aan
de grond een waarde toegekend van f 1.000, f 500
off 100 per m2.
Waarderingsaanpassingen worden onder aftrek van
de contante waarde van de latente
vennootschapsbelasting ten gunste of ten laste
gebracht van de ‘Reserve waardering gebouwen’
welke in de balans in de post ‘Reserves’ is begrepen.
De onroerende goederen niet voor eigen gebruik
omvatten onder meer verhuurde gedeelten van
bedrijfsgebouwen, bedrijfsgebouwen in aanbouw
en overige onroerende goederen, bestemd voor
de verhuur.
Waardering vindt plaats tegen opbrengstwaarde bij
willige verkoop, met uitzondering van de in
aanbouw zijnde panden, welke voor de bestede
kosten worden opgenomen.
Op de inventarissen wordt 10 per jaar en op de
onder dit hoofd opgenomen computerinstallaties
25 per jaar van de aanschaffingswaarde
afgeschreven.
Voorzieningen en WIR-egalisatierekening
Deze posten zijn opgenomen onder het
balanshoofd ‘Crediteuren’.
Voorziening voor algemene bedrijfsrisico’s:
Deze voorziening heeft betrekking op de algemene
risico’s die, rechtstreeks of door deelnemingen, uit
hoofde van kredietverlening en uitoefening van het
overige actieve bankbedrijf worden gelopen.
Jaarlijkse dotatie aan deze voorziening geschiedt
ten laste van de winst- en verliesrekening;
de benodigde toevoeging aan de voorziening
voor mogelijke oninbaarheid van vorderingen,
welke in mindering is gebracht op de post
‘Debiteuren’, wordt aan de voorziening voor
algemene bedrijfsrisico’s onttrokken.
De jaarlijkse dotatie aan deze voorziening wordt
bepaald door zowel de omvang van de
risicodragende activa als door de onttrekkingen
aan deze voorziening.
Voorziening voor latente belastingverplichtingen:
Betreft belastingverplichtingen welke in de
toekomst kunnen ontstaan als gevolg van