ig
:e
gulden ten opzichte van de mark boven of
onder de spilkoers zit wisselen elkaar af. Juist
de laatste jaren is binnen het Europees Monetair
Stelsel (EMS) het besef gegroeid, dat via een
autonoom wisselkoersbeleid geen blijvend
concurrentievoordeel kan worden behaald.
Binnen het EMS is juist een zekere
wisselkoersdiscipline ontstaan, waardoor de
wisselkoersen stabieler en beter voorspelbaar
werden. Dat is voor bedrijven die im- of
exporteren bijzonder belangrijk. Inmiddels vindt
meer dan 70 van de Nederlandse handel
plaats met landen binnen het
wisselkoerssysteem. Het voeren van een eigen
wisselkoersbeleid past ook niet in het streven
naar een voortgaande Europese monetaire
integratie. Alleen in het uiterst onwaarschijnlijke
geval dat de economische ontwikkeling in
Duitsland volledig uit de hand zou lopen met
bijvoorbeeld een zeer hoge inflatie, is een eigen
wisselkoersbeleid wellicht gerechtvaardigd. Een
dergelijke situatie mag echter niet worden
verwacht.
Rente
De rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt
zijn in ons land, in navolging van de rentestijging
in Duitsland, sterk opgelopen. Vaak komt men
de stelling tegen, dat de recente rentestijging
een gevolg is van de verwachting, dat er veel
westers kapitaal nodig is om de economie van
de voormalige DDR en die van andere
Oosteuropese landen weer op de been te
helpen. Dat is zeker voor een deel het geval.
Volgens sommige deskundigen is van de in
1990 opgetreden stijging van de
kapitaalmarktrente met circa 2 slechts 'h
tot maximaal 1 te wijten aan de
onzekerheden die de ontwikkelingen bij onze
oosterburen met zich meebrengen. Vast staat in
ieder geval wel, dat het proces van rentestijging
al in de eerste helft van 1989, dus ruim voor het
opengaan van de grenzen met Oost-Europa, is
begonnen.
De Westduitse economie is in de tweede helft
van de jaren tachtig fors gegroeid. De
bezettingsgraad in het Westduitse bedrijfsleven
is gestegen tot 90 Hierdoor neemt de kans
op loon- en prijsstijgingen, dus inflatie, toe. Daar
is men in Duitsland allergisch voor. De
Bundesbank heeft daarom reeds in 1989
besloten de monetaire teugels aan te halen en
de rentetarieven stapsgewijs te verhogen. De
leiding van de Bundesbank heeft bij herhaling
verklaard, dat de Duitse hereniging op zich geen
reden vormt voor de recente forse rentestijging.
Nu de Duitse regering inmiddels heeft besloten
een aantal belastingen te verhogen ter
financiering van de Duitse eenwording neemt
het beroep op de kapitaalmarkt af. Dat is
gunstig voor de rente-ontwikkeling. Vooral de
noodzaak om in het kader van de Europese
harmonisatie de BTW te verhogen van 14 tot
16 levert de Duitse schatkist een aanzienlijk
bedrag op. Een belastingverhoging in Duitsland
is, mede met het oog op de noodzakelijke
afkoeling van de economie in dat land, een
betere financieringsbron voor investeringen in
de voormalige DDR dan lenen op de
kapitaalmarkt. Wanneer de stelling juist is, dat
de rentestijging grotendeels is te danken aan de
hoogconjunctuur ligt de conclusie voor de
hand, dat nu de economische groei in vele
11 I Friesland Bank Jaarverslag 1990