Verslag van de hoofddirecteur
Economische situatie
De economische situatie in ons land is, evenals
die in vele andere landen ter wereld, in het
verslagjaar beheerst door onzekerheden en
verrassingen. Hoop en vrees bepaalden
afwisselend een groot aantal
beleidsbeslissingen. Hoop op een voortgaande
economische groei in de westerse wereld en op
de positieve effecten in vooral de Europese
Gemeenschap van de Duitse eenwording. Vrees
over de gevolgen van een dreigend gewapend
conflict in het Midden-Oosten voor de
wereldeconomie. Het is achteraf interessant
vast te stellen, dat alleen de hoop op een
voortgaande economische groei, die overigens
de neiging heeft wat af te nemen, is
uitgekomen. De hoop op de gunstige
economische gevolgen van de Duitse
eenwording heeft plaats gemaakt voor de
overtuiging, dat voor het economisch herstel in
het voormalige Oost-Duitsland niet alleen meer
tijd maar ook meer kapitaal nodig is dan men
oorspronkelijk had gedacht. Het nadelige effect
van deze omvangrijke operatie op onder andere
de rentestand in Duitsland heeft inmiddels ook
in ons land bijgedragen tot de recente
rentestijging. De vrees over de nadelige
economische gevolgen van de Golfoorlog is,
zoals het zich thans laat aanzien, niet
gerechtvaardigd gebleken. De korte duur van
het conflict heeft ertoe geleid, dat de
oorlogsdreiging geen negatieve invloed meer op
de wereldeconomie uitoefent. De olieprijs in de
wereld beweegt zich zelfs weer op het niveau
van voor de Golfoorlog, terwijl het koersherstel
van de US-dollar vertrouwen inboezemt. In
tegenstelling tot de arme Oosteuropese landen
bezitten de rijke olielanden in het Midden-
Oosten bovendien de geldmiddelen om het
economisch herstel in hun land te financieren.
Naar verwachting zal vooral het bedrijfsleven in
de Verenigde Staten profiteren van omvangrijke
orders die door Koeweit worden verstrekt in het
kader van de wederopbouw van dat land. En
dat is goed voor de Amerikaanse economie, die
een periode van recessie doormaakt. De directe
invloed van de Amerikaanse recessie op de
Nederlandse economie is overigens beperkt.
Slechts 7 van de Nederlandse export wordt
in de Verenigde Staten afgezet. Een lage
dollarkoers vormt voor ons land een grotere
bedreiging, omdat ongeveer 30 van de
Nederlandse export moet concurreren met in
dollars geprijsde goederen en diensten. Het
Nederlandse bedrijfsleven kan in het algemeen
op een goed jaar terugzien. De produktiegroei
van bijna 4 en de toename van het aantal
banen met 2 getuigen daarvan. Nadat wij het
in de jaren zeventig in vele opzichten slechter
deden dan vele van onze handelspartners kan
thans wederom worden vastgesteld, dat ons
land in de afgelopen jaren op belangrijke
terreinen betere resultaten heeft bereikt dan
menig concurrent. Zo beweegt de inflatie in ons
land zich op een uitzonderlijk laag niveau, geniet
onze munt in het internationale betalingsverkeer
veel vertrouwen en vertoont onze
betalingsbalans nu al vele jaren achtereen grote
overschotten. Wat dit laatste betreft is het
opvallend, dat het midden- en kleinbedrijf een
steeds belangrijker rol speelt in de toename van
de Nederlandse export. Nam de omzet van het