nam toe. Het gunstige economische klimaat
heeft in vele sectoren van het bedrijfsleven
geleid tot gestegen omzetten en toenemende
investeringen. In de sector van onze leden-
agrarische coöperaties beweegt de
kredietvraag zich door de gedaalde prijzen en
omzetten nog op een laag niveau. De behoefte
aan financieringsmiddelen voor
investeringsdoeleinden in deze sector begint
echter weer toe te nemen. De vraag naar
kredieten en leningen van de zijde van de
individuele boeren bewoog zich ook in het
verslagjaar weer op een hoog niveau. In de
veehouderijsector is dit een gevolg van het
streven door verlaging van de kostenstructuur
een compensatie te vinden voor de dalende
opbrengsten. Daarnaast vraagt de
milieuwetgeving vaak om investering in
mestopslagcapaciteit.
In de akkerbouwsector was de verhoogde
kredietbehoefte helaas meestal een gevolg van
slechte bedrijfsresultaten. In dergelijke gevallen
kan de kredietverhoging, die gepaard gaat met
vermogensintering, slechts een tijdelijk karakter
hebben met het doel een periode van slechte
bedrijfsresultaten te overbruggen.
Onze hypothekenportefeuille nam in 1988 toe
met f 92 miljoen van f 927 tot f 1.019 miljoen,
een groei van 9,9 (v.j. 11,7 Er werd voor
een bedrag van f 249 miljoen aan hypothecaire
leningen met en zonder overheidsgarantie
verstrekt, terwijl uit aflossingen f 157 miljoen
beschikbaar kwam. Aan de toegenomen vraag
naar hypotheken kon, gelet op de groei van de
toevertrouwde gelden, gemakkelijk worden
voldaan.
Liquiditeit
Aangezien de toevertrouwde gelden sterker
stegen dan de vraag naar financieringsmiddelen
nam de liquiditeitspositie van de bank verder
toe. Per balansdatum was f 1159 miljoen aan
liquiditeiten, onze effectenportefeuille
daaronder begrepen, beschikbaar tegenover
f 939 miljoen per ultimo 1987, een toename van
23,5 Gelet op de omvang en de looptijd van
de aan onze instelling toevertrouwde gelden is
wederom een deel van de liquiditeiten belegd in
Nederlandse staatsobligaties. De stijging van de
balanspost ‘Effecten’ van f 788 tot f 869 miljoen
is hiermede verklaard. Het gemiddelde
rendement van onze obligatieportefeuille
bedroeg 7,9 aan het einde van het boekjaar,
terwijl de gemiddelde resterende looptijd van
ons bezit aan obligaties op dat moment 6 jaar
was.
Deelnemingen
Onze dochterondernemingen op het gebied van
de assurantiebemiddeling ontwikkelden zich
zeer voorspoedig. De provisiebaten stegen met
9,8 (v.j. 6,7 De omvangrijke vraag naar
hypotheken en activiteit op het gebied van de
verzekering van bedrijfsobjecten hebben tot
deze gunstige ontwikkeling bijgedragen. Het
assurantiebedrijf leverde, mede dankzij een
stringente kostenbeheersing, een substantiële
bijdrage aan het bedrijfsresultaat van de
Friesland Bank.
Onze dochteronderneming Passage- en
Reisbureau J. W. van der Meulen b.v. zag de
provisiebaten met 5,3 (v.j. 9,4 stijgen.
Aangezien de kosten bij deze deelneming
minder sterk stegen dan de baten kon het jaar
1988 worden afgesloten met een in deze
branche bevredigend positief resultaat.
Het jaar 1988 is voor onze
dochterondernemingen op het gebied van de
makelaardij in onroerend goed bevredigend
verlopen. Zo stegen de provisiebaten in
11
Friesland Bank Jaarverslag 1988