over de toekomstmogelijkheden van deze
provincie. De landbouw en zijn industrie in
Friesland hebben door hun goede structuur en
efficiënte bedrijfsvoering altijd een voorsprong
gehad op gebieden waar veel kleinschalige
bedrijven waren gevestigd. Door een
gezamenlijke aanpak van de problemen moet
die voorsprong behouden blijven.
Ook voor niet-agrarische bedrijven biedt
Friesland goede perspectieven. De omvang en
de kwaliteit van het arbeidsaanbod in deze
provincie zijn positieve factoren voor bedrijven
die zich hier willen vestigen. Wanneer de
economische groei in ons land aanhoudt is het
op wat langere termijn gezien zelfs niet
onwaarschijnlijk, dat de provincie Friesland,
evenals in de jaren vijftig, weer een
aantrekkelijke vestigingsplaats wordt voor
bedrijven die hun produktie, door te verwachten
krapte op de arbeidsmarkt in het Westen des
lands en door bereikbaarheidsproblemen,
moeilijk kunnen uitbreiden.
De hierna volgende beschouwing over de
ontwikkeling van de bank en haar
dochterondernemingen is gebaseerd op de
samengevoegde jaarrekening.
Groei van de bank
Onze instelling kan op een zeer goed jaar
terugzien. Zowel de bedrijfsomvang als de
nettowinst stegen aanzienlijk. Zo steeg het
balanstotaal van de bank in 1987 van f 2.639 tot
f 2.894 miljoen, een toename van 9,7
tegenover een groei van 10,4 in 1986. In een
periode van geringe economische groei en van
lichte deflatie is er bij onze instelling sprake
geweest van een verheugende reële groei,
waaraan praktisch alle sectoren van ons
bankbedrijf in meer of mindere mate hebben
bijgedragen. Het is verheugend, dat,
niettegenstaande een afnemende
spaargeldengroei, de toevertrouwde gelden in
totaal zodanig zijn toegenomen dat aan de
gestegen vraag naar hypothecaire leningen
volledig kon worden voldaan.
Rentabiliteit
Doordat de baten in 1987 sterker stegen dan de
kosten nam de rentabiliteit van de bank
wederom toe. Zowel de bruto- als de nettowinst
stegen aanzienlijk. Ook in 1987 slaagden wij er
in onze nettowinst procentueel sterker te doen
toenemen dan ons balanstotaal.
De druk die er van de nog steeds toenemende
concurrentie in het bankbedrijf uitgaat op de
rentabiliteit maakt het niet gemakkelijk deze
beleidsdoelstelling te handhaven. In een tijd van
dalende marges zijn een stringente
kostenbewaking en een groeiend zakenvolume
noodzakelijke voorwaarden voor het handhaven
of versterken van de rentabiliteit.
Toevertrouwde gelden
De aan onze instelling toevertrouwde gelden
namen in het verslagjaar toe met f 239 miljoen
van f 2.452 tot f 2.691 miljoen, een
stijgingspercentage van 9,7 (v.j. 10,8 Dit
jaar waren het vooral de deposito’s en
crediteurengelden die sterk stegen en wel van
f 926 tot f 1.111 miljoen, een toename van
20 Dat de spaargelden en waardepapieren
nog met 3,5 toenamen van f 1.526 tot
f 1.580 miljoen is te danken aan de
rentebijschrijving. Ook bij onze instelling werd in
de tweede helft van het verslagjaar, als gevolg
van de door de minister van financiën
aangekondigde verscherpte controle op rente-
inkomsten, meer spaargeld opgenomen dan
gestort. Het reeds in een vroeg stadium
aankondigen van het voornemen de banken te
verplichten om desgevraagd alle rente-