Verslag van de hoofddirecteur
Economische situatie
Het economisch herstel, dat reeds in 1983 zichtbaar werd, heeft
zich in 1984 in versterkte mate voortgezet. De industriële
produktie is, na jaren van stagnatie, gegroeid met 6 Ook de
investeringen namen toe en wel met 5V4 In de eerste fase van
de economische opleving is het vooral de op export gerichte
industrie die hogere omzetten en winsten heeft gerealiseerd.
Het overschot op de lopende rekening van onze
betalingsbalans kon hierdoor in 1984 stijgen tot 15,7 miljard.
Thans, nu wij in de tweede fase van het economisch herstel zijn
aangeland, begint ook de bedrijvigheid in de voor de
binnenlandse markt werkende industrieën toe te nemen. Mede
hierdoor kon in het verslagjaar over de gehele linie een
economische groei worden gerealiseerd van ongeveer 2 een
verdubbeling ten opzichte van 1983 en een cijfer dat sinds 1979
niet meer werd bereikt. Verwacht mag worden dat deze groei
ook in 1985, mogelijk iets vertraagd, zal aanhouden.
In dit verband is het van groot belang of de economische groei
veroorzaakt wordt door een conjuncturele opleving of dat er
ook structurele oorzaken aan ten grondslag liggen.
Ongetwijfeld heeft de economische opbloei in de Ver. Staten in
belangrijke mate bijgedragen aan het herstel van de
wereldeconomie. Het in de Ver. Staten gevoerde economische
beleid en de sterk opgelopen dollarkoers betekenen een
stimulans voor de op export gerichte industrieën.
Voorraadposities die in de afgelopen jaren tot absolute minima
waren teruggebracht, worden thans weer opgebouwd. De
rendementspositie van vele bedrijven is verbeterd, mede
doordat de toegenomen omzetten konden worden gerealiseerd
door benutting van een in de laag-conjunctuur ontstane
overcapaciteit. Als zodanig draagt de economische opleving
een sterk conjunctureel karakter. Gelukkig zijn er daarnaast
ook tekenen die erop wijzen, dat de structuur van onze
economie is verbeterd. Zo is onze concurrentiekracht op
internationale markten aanzienlijk versterkt, voornamelijk door
het in de afgelopen jaren volgehouden loonmatigingsbeleid.
Dat de bedrijfsinvesteringen ook weer toenemen is voor de
structuur van onze economie eveneens van groot belang.
Helaas hebben wij in de afgelopen jaren een grote
investeringsachterstand opgelopen. Een sterkere groei van de
investeringen dan thans het geval is dient daarom nagestreefd
te worden teneinde het produktie-apparaat te moderniseren en
uit te breiden. Ondersteuning door de overheid van
investeringsactiviteiten blijft dan ook geboden.
Op het gebied van de overheidsfinanciën zijn in het verslagjaar
de resultaten zichtbaar geworden van een beleid gericht op het
terugdringen van het financieringstekort en het stabiliseren van
de belasting- en premiedruk. Voor het eerst in jaren is men er
zelfs in geslaagd de lastendruk met 1,3 te verlagen. Voor
1985 lijkt een verdere geringe daling mogelijk. Het gevoerde
beleid heeft er noodgedwongen toe geleid, dat het inkomen van
grote groepen der bevolking onder druk is komen te staan. Het
is opvallend, dat hiervan nagenoeg geen negatieve
koopkrachteffecten zijn uitgegaan, zoals wel werd gevreesd.
De consumptieve bestedingen zijn in 1984 vrijwel op peil
gebleven, zonder dat daartoe besparingen moesten worden
aangesproken. Het jaar 1984 blijkt zelfs een goed spaarjaar te
zijn geweest. Zo nam het spaartegoed bij kredietinstellingen in
het verslagjaar toe met 3,2 tegenover een daling van 0,8 in
1983.
Werkgelegenheid
De omvangrijke werkloosheid in ons land is niet alleen sociaal
onaanvaardbaar maar betekent ook financieel een zware last
voor onze economie. In 1984 hebben gemiddeld ongeveer
830.000 mensen bij de arbeidsbureaus als werkloos
geregistreerd gestaan. In werkelijkheid is het aantal werklozen
helaas nog belangrijk groter doordat de arbeidsongeschikten
niet als werkloos geregistreerd staan en doordat de
inschrijvingsplicht van werklozen die 57Vi jaar of ouder zijn
kortgeleden is afgeschaft.
Ook de enkele jaren geleden geopende mogelijkheid vervroegd
met pensioen te gaan heeft de stijging van de werkloosheid
afgeremd, onder gelijktijdige verhoging van de daaruit
voortvloeiende lasten voor het bedrijfsleven. Gelukkig lijkt aan
de stijging van de werkloosheid thans een einde te zijn
gekomen. Er mag zelfs, als gevolg van het economisch herstel,
op een lichte daling worden gerekend. De oplossing van het
moeilijke en voor velen pijnlijke werkgelegenheidsprobleem is
in hoofdzaak te verwachten van een vergroting van de
beschikbare hoeveelheid werk. Werk waaraan behoefte
bestaat, dat wil zeggen arbeid besteed aan het vervaardigen
van Produkten en diensten waar vraag naar is. Daarom dienen
alle krachten gericht te worden op een voortgaande versterking
van de concurrentiekracht van de bedrijven die deze goederen
en diensten moeten maken. Daartoe is een zeer stringente
(loon)kostenbeheersing een eerste vereiste. Het zou zeer
onverstandig zijn indien, nu er voor het eerst sinds jaren van
winstherstel in een aantal ondernemingen sprake is, deze
direct wordt aangewend voor loonsverhoging,
arbeidstijdverkorting en verbetering van secundaire
arbeidsvoorwaarden. Het financiële weerstandsvermogen van
de meeste Nederlandse ondernemingen is nog lang niet van
voldoende omvang om een volgende depressie te kunnen
doorstaan. Een aanzienlijk deel van de gemaakte winst zal dan
ook in de ondernemingen moeten blijven, teneinde de
5