Toelichting
Algemeen
Deze toelichting heeft zowel betrekking op de gecombineerde
als op de enkelvoudige jaarrekening van de Coöp. Ver.
Friesland Bank b.a.
De balans per 31 december 1984 en de winst- en
verliesrekening over 1984 van de Coöp. Ver.
Friesland Bank b.a. en de Stichting Spaarbank zijn opgenomen
op de blz. 24 t/m 27.
Grondslagen voor de combinatie
In de gecombineerde jaarrekening zijn de cijfers van de
volgende instellingen begrepen:
Coöp. Ver. Friesland Bank b.a. geconsolideerd met haar
directe en indirecte meerderheidsdeelnemingen
Stichting Spaarbank der Coöp. Ver. Friesland Bank b.a.
geconsolideerd met haar meerderheidsdeelneming
de met de Friesland Bank gelieerde spaarbanken, te
weten:
Coöp. Spaarbank „De Bildtse Bank” u.a. te
Sint Annaparochie
Coöp. Spaarbank „Berlikum” b.a. te Berlikum
Stichting Nutsspaarbank te Arum
Nutsspaarbank Damwoude en Omstreken te Damwoude
Stichting Spaarbank Mid-Fryslän te Grouw.
Van de vennootschappen waarvan de Friesland Bank en de
Stichting Spaarbank direct of indirect meer dan 50 van de
aandelen bezitten zijn de activa, passiva en baten en lasten
voor 100 in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen.
Het relatief geringe minderheidsbelang van derden Is in de
balans onder „Crediteuren” opgenomen, terwijl het aan
derden toekomende resultaat in de winst- en verliesrekening
onder „Andere lasten” is verantwoord.
Waarderingsgrondslagen
Algemeen
De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale
waarde, tenzij hierna of in de toelichting bij de desbetreffende
baianspost anders is vermeld.
Bedragen in buitenlandse valuta zijn omgerekend tegen de
laatst bekende koersen in 1984; de koersresultaten uit dezen
hoofde worden in de winst- en verliesrekening verantwoord
onder „Andere baten”.
De lopende rente op vorderingen en schulden is, voorzover bij
de toelichting op de desbetreffende posten niet anders is
medegedeeld, opgenomen onder „Debiteuren” respectievelijk
„Crediteuren”.
Effecten
De waardering van de voor belegging gekochte obligaties
geschiedt tegen de uitlotingswaarde. Het verschil tussen
uitlotingswaarde en verkrijgingswaarde wordt opgenomen
onder „Debiteuren” dan wel onder „Crediteuren” en wordt,
naarmate de looptijd van de betreffende obligaties verstrijkt, ten
gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht,
en wel onder het hoofd „Intrest”.
De overige effecten zijn, voorzover ter beurze genoteerd,
gewaardeerd tegen de op balansdatum laatst bekende
koersen. De niet-genoteerde fondsen zijn opgenomen tegen de
geschatte opbrengstwaarde. Zowel gerealiseerde als niet-
gerealiseerde koersverschillen met betrekking tot de overige
effecten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord
onder „Andere baten”.
Deelnemingen
De waardering van de in de consolidatie begrepen
deelnemingen geschiedt in de enkelvoudige balans op basis
van de intrinsieke waarde ultimo boekjaar. De waardering van
de niet-geconsolideerde deelnemingen vindt plaats op basis
van de intrinsieke waarde aan de hand van de meest recente
gegevens betreffende deze ondernemingen.
Met betrekking tot zowel de geconsolideerde als de niet-
geconsolideerde deelnemingen worden de waardeverschillen
welke uit deze waarderingswijze voortvloeien, voorzover
veroorzaakt door het resultaat van de betreffende
deelnemingen, ten gunste of ten laste van de enkelvoudige c.q.
gecombineerde winst- en verliesrekening gebracht (per saldo
onder „Andere baten”).
Onroerende goederen en inventarissen
Ingevolge de gewijzigde richtlijnen van De Nederlandsche
Bank N.V. dienen de onroerende goederen in eigen gebruik met
ingang van 1984 te worden gewaardeerd tegen
vervangingswaarde op basis van continuïteit en functionaliteit.
De tot dan toegepaste waardering tegen opbrengstwaarde bij
willige verkoop blijft gehandhaafd voor de overige onroerende
goederen.
Gezien de uitkomsten van de in 1984 op basis van de nieuwe
richtlijnen verrichte taxaties, is niet overgegaan tot een
algehele herwaardering van de bankgebouwen.
De waarden worden bepaald door middel van taxatie; vanaf
1982 wordt jaarlijks ongeveer 1/5 deel van de gebouwen
getaxeerd.
Voorzover taxatie nog niet heeft plaatsgevonden worden
gebouwen gewaardeerd tegen de vervangingswaarde per
31 december 1981verminderd met 10%.
12