aanzienlijke stijging van de post „Andere baten” is
voornamelijk te danken aan de hogere koerswinst op
effectentransacties, de gunstige gang van zaken bij onze
minderheidsdeelnemingen en de vrijval van de getroffen
voorziening voor backservice pensioenen ten bedrage van
ƒ2,1 miljoen. In het verslagjaar is, in verband met de hoge
rentekorting, besloten de zgn. backserviceverplichtingen af te
kopen door het storten van een koopsom, die ten laste van de
onder „Crediteuren” voorkomende voorziening „backservice
pensioenen" is gebracht. Het verschil tussen deze voorziening
en de benodigde koopsom is vrijgevallen ten gunste van de
post „Andere baten”.
Bij de beoordeling van de kostenstijging met 0,9 dient
bedacht te worden, dat de éénmalige kosten verbonden aan de
alleen in 1983 geopende mogelijkheid reeds op 60-jarige
leeftijd vervroegd uit te treden volledig ten laste van de winst
en verliesrekening van dat jaar zijn gebracht. De daling van de
post „Salarissen, pensioenen en sociale lasten” is voorts
veroorzaakt door de lagere verschuldigde pensioenpremies.
De hiervoor genoemde afkoop van backserviceverplichtingen
heeft tot gevolg, dat de ten laste van de winst- en
verliesrekening te betalen pensioenpremie daalt.
Afschrijvingen en dotatie
De afschrijvingen van gebouwen en inventarissen ten laste van
de gecombineerde winst- en verliesrekening daalden van 6,4
naar 4,1 miljoen. Deze daling houdt verband met het feit, dat
in 1984 geen extra-afschrijving van beleggingspanden nodig
was.
De toevoeging aan de voorziening algemene risico’s is
verlaagd van 10,7 tot 10,3 miljoen. De risico’s verbonden
aan de binnenlandse kredietverlening zijn, onder invloed van
het verbeterde economische klimaat, in het algemeen
belangrijk gedaald. Dat wij de dotatie aan deze voorziening dit
jaar op een voor onze instelling hoog niveau menen te moeten
handhaven, vloeit voort uit onze verwachting, dat het financiële
weerstandsvermogen van bepaalde debiteuren in de
agrarische sector zal dalen als gevolg van het gewijzigde EG-
landbouwbeleid. Dank zij deze omvangrijke dotatie hebben wij
het deel van deze voorziening waartegenover thans geen
aanwijsbare risico’s staan aanmerkelijk kunnen vergroten.
Nettowinst en garantievermogen
Rekening houdende met afschrijvingen, dotaties en
belastingen steeg de nettowinst met 28,5 van 6.963.000 tot
8.944.000. Deze winst dient volgens statutair voorschrift aan
de reserves te worden toegevoegd. Mede hierdoor en als
gevolg van het aantrekken van achtergestelde leningen nam
het garantievermogen der bank toe van 109,2 tot
131,2 miljoen.
Algemene vergadering
In de statutair voorgeschreven algemene vergadering der
bank, die werd gehouden op 25 april 1984, werd de
jaarrekening over 1983 behandeld en goedgekeurd.
Het periodiek aftredende lid van het bestuur, de heer
R. Comello, werd herkozen, evenals het periodiek aftredende
lid van de raad van toezicht, de heer ir. A. W. de Graaf.
Personeel
Het aantal medewerkers(sters) van de bank en onze
dochterondernemingen nam in het verslagjaar, voor het eerst
sinds jaren, weer toe en wel van 513 tot 526, een stijging van
2,5 In het bankbedrijf waren aan het einde van het afgelopen
jaar 398 personen (v.j. 377) werkzaam, in het assurantiebedrijf
56 personen (v.j. 64), in het reisbureau 7 personen (v.j. 9) en in
de sector makelaardij 65 personen (v.j. 63). De stijging van het
aantal personeelsleden werkzaam in het bankbedrijf met bijna
6 is deels te danken aan de toegenomen bedrijvigheid, deels
aan de arbeidstijdverkorting. Zo mochten onze kantoren zich in
een sterk gestegen aantal bezoekers verheugen. Een
verdergaande arbeidstijdverkorting stelt het bankwezen
overigens wel voor grote problemen, omdat de meer
gespecialiseerde werkzaamheden veelal niet verricht kunnen
worden door mensen die veelvuldig afwezig zijn. Het verdient
daarom naar onze mening aanbeveling de mogelijkheid te
openen de arbeidstijdverkorting niet van toepassing te
verklaren wanneer de aard van de werkzaamheden zich
daartegen verzet. Uiteraard zullen dan degenen die niet
volledig van de arbeidstijdverkorting kunnen profiteren
hiervoor financieel een compensatie dienen te ontvangen.
Onze stafafdelingen opleidingen en marketing hebben in het
verslagjaar veel zorg besteed aan de opleiding, respectievelijk
begeleiding van personeelsleden. Naar onze overtuiging is een
voortgaande gunstige ontwikkeling van de bank grotendeels
afhankelijk van de kennis en motivatie van ons personeel.
Graag willen wij al onze medewerkers(sters) dankzeggen voor
de ijver en toewijding waarmede zij ook in het afgelopen jaar
weer hun taak hebben verricht.
Leeuwarden, 22 maart 1985
Drs. J. R. Kuperus
9