bedrijfsomvang en de sterk gestegen nettowinst, terugzien op een goed jaar. Zo steeg het balanstotaal der bank in 1984 met 141 miljoen van 2.002 tot 2.143 miljoen, een toename van 7,1 Het is verheugend, dat wij in een periode van dalende inflatie eenzelfde groei hebben weten te bereiken als in 1983, toen ons balanstotaal eveneens met 7,1 steeg. Deze groei heeft zich niet alleen voltrokken in de sector van de aan de bank toevertrouwde gelden. Ook de vraag naar financieringsmiddelen nam weer toe. Opmerkelijk is voorts, dat praktisch ons gehele zogenaamde actieve bankbedrijf wordt gefinancierd met aan onze instelling toevertrouwde gelden. In onze jaarrekening komen de balansposten „Opgenomen gelden” en „Schulden aan bankiers in binnen- en buitenland” dan ook niet voor. Een veilig gevoel in tijden waarin de internationale financiële wereld wordt geconfronteerd met terugbetalingsproblemen bij een aantal debiteurenlanden. Het beleid der bank is in het verslagjaar niet alleen gericht geweest op het bevorderen van de groei maar ook op de vergroting van het eigen vermogen. Het is dan ook verheugend, dat de gepubliceerde vrije reserves onzer instelling het afgelopen jaar procentueel nog sterker toenamen dan ons balanstotaal. Zo stegen onze gepubliceerde reserves met 11,8 van 91,5 tot 102,4 miljoen. Aangezien voorts in 1984 de storting plaats vond van enkele door ons bij institutionele beleggers opgenomen achtergestelde leningen ad in totaal 12 miljoen, kon het garantievermogen der bank stijgen van 109 tot 131 miljoen, een toename van 20,2 Uitgedrukt in procenten van ons balanstotaal bedraagt ons garantievermogen thans 6,1 Gelet op de vermogensverhoudingen in het Nederlandse bankwezen en het overwegend niet-risicodragende karakter van onze beleggingen, achten wij dit een zeer bevredigend cijfer. Aangezien de groei van de toevertrouwde gelden, zoals uit de jaarcijfers blijkt, vooral heeft geleid tot een stijging van de beleggingen in de niet-risicodragende sector, heeft de toename van het garantievermogen geresulteerd in een vergroting van het zogenaamde solvabiliteitssurplus. Daar de groeimogelijkheden van een bank mede worden bepaald door de omvang van dit surplus is ons streven er bij voortduring op gericht de vermogenspositie van onze instelling verder te versterken. De bepaling in de statuten van de bank, dat de gehele nettowinst jaarlijks aan het reservefonds dient te worden toegevoegd, vormt voorts een belangrijke voorwaarde vooreen gezonde vermogensontwikkeling. Toevertrouwde gelden De toename van de aan onze instelling toevertrouwde gelden met 120 miljoen van 1.854 tot 1.974 miljoen, een stijging van 6,5 (v.j. 6,8 is geheel te danken aan de groei van de spaargelden en waardepapieren, waaronder de toonderspaarbiljetten zijn gerubriceerd. Daartegenover vertoonden de balansposten „Deposito’s” en „Crediteuren” een lichte daling. Vooral in een periode waarin de tarieven op de geldmarkt als laag worden ervaren kan men enige overheveling van deposito- en crediteurengelden naar de spaarsector verwachten. Het stemt tot voldoening, dätwij, in een periode van inkomensmatiging en toenemende concurrentie tussen de banken, ons aandeel in de spaargeldenmarkt verder hebben weten te vergroten. Ons beleid is er traditioneel op gericht een beperkt aantal spaarvormen te hanteren waaraan in de praktijk behoefte blijkt te bestaan. Financieringen De vraag naar financieringsmiddelen nam in het verslagjaar toe met 58 miljoen van 1.262 tot 1.320 miljoen. Een stijging derhalve van 4,6 (v.j. een daling van 2 Het is opmerkelijk, dat na enkele jaren van stagnatie, in het verslagjaar in praktisch alle sectoren van het actieve bankbedrijf weer enige groei werd gerealiseerd. De economische opleving heeft geleid tot een geringe toename van de vraag naar financieringsmiddelen voor investeringsdoeleinden. Als gevolg van de gestegen omzetten in de meeste bedrijven werd er tevens een groter beroep op bankkredieten gedaan. Zo ook bij onze instelling. De kredietverlening in rekening-courant aan leden en niet-leden nam in het verslagjaar met 63 miljoen toe, daaronder begrepen de met enkele relaties afgesloten wisselfinancieringsarrangementen. Onze hypothekenportefeuille nam in het verslagjaar met 21 miljoen toe van 754 tot 775 miljoen. Een stijging van 2,8 (v.j. 0,8 Er werd in 1984 vooreen bedrag van 115 miljoen aan hypothecaire leningen met en zonder overheidsgarantie verstrekt, terwijl uit aflossingen 94 miljoen beschikbaar kwam. Uit aflossingen op langlopende onderhandse overheidsleningen kwam 9 miljoen vrij, welk bedrag in kortlopende overheidsobligaties is herbelegd. Het vervangen van onderhandse leningen en obligaties met een lange looptijd door die met een kortere, vloeit voort uit ons streven een evenwichtige rentestructuur te handhaven tussen toevertrouwde en uitgezette gelden. Liquiditeit De toename van de toevertrouwde gelden en de daarbij achtergebleven vraag naar financieringsmiddelen hebben wederom geleid tot een vergroting van de liquiditeit der bank. 7

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1984 | | pagina 11