andere baten is vooral een gevolg van de gestegen
koerswinst behaald bij de verkoop van effecten en bij de
handel in vreemde valuta.
Afschrijvingen en dotatie
De afschrijvingen van gebouwen en inventarissen ten laste
van de gecombineerde exploitatierekening stegen in het
verslagjaar met 2,3 van 3,3 tot 3,4 miljoen. De door
ons jarenlang toegepaste extra-afschrijving ten laste van de
bouwreserve is komen te vervallen, aangezien deze reserve
op grond van nieuwe door De Nederlandsche Bank
opgestelde richtlijnen is opgeheven.
De toevoeging aan de voorziening algemene bedrijfsrisico’s
is verhoogd van 5,5 tot 8,8 miljoen. Deze hogere dotatie
houdt verband met de slechte economische situatie in het
algemeen en de zwakke financiële positie van een aantal
onzer relaties in het bijzonder. Dank zij deze gestegen
dotatie hebben wij het deel van deze voorziening
waartegenover geen aanwijsbare risico’s staan kunnen
vergroten.
Nettowinst en garantievermogen
Rekening houdende met afschrijvingen, dotaties en
belastingen steeg de nettowinst met 3 van 5.056.000 tot
5.209.000. Wij achten dit, gelet op de huidige zorgelijke
financieel-economische omstandigheden, een bevredigend
resultaat. Volgens statutair voorschrift dient de winst
toegevoegd te worden aan het reservefonds. Mede hierdoor
kon het garantievermogen der bank toenemen van 98,6 tot
103,3 miljoen, een stijging van 4,7 Uitgedrukt in
procenten van ons balanstotaal bedraagt ons
garantievermogen thans 5,5 Een in vergelijking met
andere banken alleszins aanvaardbaar cijfer.
Gewijzigde presentatie jaarrekening
Als gevolg van de voor alle banken geldende gewijzigde
voorschriften van De Nederlandsche Bank met betrekking tot
de presentatie van de jaarrekening zijn er in het verslagjaar
enkele belangrijke wijzigingen in met name onze
balanspresentatie opgetreden die enige nadere toelichting
behoeven.
De eerste belangrijke wijziging betreft de voorgeschreven
saldering van het geplaatste en nog te storten
aandelenkapitaal. Voortaan zal derhalve alleen het gestorte
aandelenkapitaal nog deel uitmaken van ons
garantievermogen en van ons balanstotaal. Een tweede
belangrijke wijziging betreft de voorgeschreven
herwaardering van onroerende goederen. Tot dusverre
waardeerden wij onze onroerende goederen steeds op basis
van de aanschafwaarde verminderd met de daarop
toegepaste afschrijvingen. Volgens de nieuwe richtlijnen
dienen de onroerende goederen periodiek, overeenkomstig
door De Nederlandsche Bank gehanteerde normen,
geherwaardeerd te worden. Als gevolg van deze
herwaardering van onze gebouwen ontstond er een reserve
waardering gebouwen ad 22 miljoen. Voorts zijn als
uitvloeisel van de nieuwe waarderingsnormen de bij onze
instelling gebruikelijke reserve koersverschillen effecten en
de bouwreserve naar de algemene reserve overgeboekt. Als
laatste belangrijke wijziging in de presentatie kan vermeld
worden, dat de hypotheken met overheidsgarantie in de
rubriek vorderingen onder overheidsgarantie zijn
opgenomen en de hypotheken zonder overheidsgarantie in
de rubriek debiteuren. In verband met de vergelijkbaarheid
zijn de cijfers over 1981 aangepast aan de nieuwe
voorschriften.
Algemene vergadering
In de statutair voorgeschreven algemene vergadering der
bank, die gehouden werd op 28 april 1982, werden de
balans per 31 december 1981 en de exploitatierekening over
1981 behandeld en goedgekeurd. Het aftredende lid van het
bestuur, de heer H. Westenbrink, werd herkozen, evenals het
aftredende lid van de raad van toezicht, de heer K. Sikkema.
Het aantal medewerkers(sters) van de bank en onze
geconsolideerde dochterondernemingen liep in het
verslagjaar iets terug, mede als gevolg van de hiervoor
geschetste gang van zaken in de makelaardijsector. In het
bankbedrijf waren aan het einde van het afgelopen jaar 374
personen (v.j. 379) werkzaam, in het assurantiebedrijf 68
personen (v.j. 67) en in de sector makelaardij 61 personen
(v.j. 74), in totaal 503 medewerkers(sters) tegenover vorig
jaar 520.
Graag willen wij al onze medewerkers(sters) dankzeggen
voor de ijver en toewijding waarmede zij ook in het
afgelopen jaar weer hun taak hebben verricht.
Leeuwarden, 18 maart 1983
Drs J. R. Kuperus
9