worden stijgt in een dergelijke situatie sneller dan de
gemiddelde ontvangen rente op beleggingen. Vooral de
clausule in het overgrote deel van onze hypotheekakten,
die vermeldt dat het rentepercentage éénmaal in de vijf jaar
voor wijziging vatbaar is, heeft tot gevolg dat onze
gemiddelde hypotheekrente in een periode van stijgende
rente achterblijft bij de marktrente voor hypotheken. In een
periode van dalende rente werkt deze beleggingsstructuur
uiteraard weer in ons voordeel. De geleidelijke wijziging in
de rentestructuur van de aan onze instelling toevertrouwde
spaargelden, waarbij de gemiddelde termijn gedurende
welke men de gelden bij ons gedeponeerd houdt steeds
korter wordt, heeft ons doen besluiten voorrang te verlenen
aan de verstrekking van hypothecaire leningen met
jaarlijkse renteherziening.
De stijging van de provisiebaten is vooral te danken aan de
sterk toegenomen inkomsten uit het effectenbedrijf en de
omzetstijging in het buitenlands betalingsverkeer. Ook de
provisiebaten uit door ons ten behoeve van cliënten
verstrekte bankgaranties namen belangrijk toe.
Afschrijvingen en dotaties
De afschrijving van gebouwen en inventarissen ten laste
van de gecombineerde exploitatierekening steeg in het
verslagjaar met 12,4 van bijna 2,9 tot ruim 3,2
miljoen. De extra-afschrijving ten laste van de bouwreserve
bedroeg 843.000 (v.j. 1 miljoen) zodat in totaal van
gebouwen en inventarissen in het verslagjaar bijna 4,1
miljoen is afgeschreven tegenover vorig jaar 3,9 miljoen.
De toevoeging aan de voorziening algemene risico’s is
gehandhaafd op 3 miljoen. In de afgelopen jaren is de
dotatie aan deze voorziening, vooruitlopende op minder
gunstige economische ontwikkelingen, aanzienlijk
verhoogd. De omvang van de totale voorziening algemene
risico’s en de kwaliteit van onze beleggingen maken een
hogere dotatie thans niet noodzakelijk. De dotatie aan'de
bouwreserve kon komen te vervallen aangezien ons
investeringsprogramma thans praktisch voltooid is. Ten
laste van de W.I.R. egalisatie-reserve, thans groot 2,5
miljoen, valt bovendien ieder jaar een aanzienlijk bedrag vrij
ten gunste van de bouwreserve. De reservering voor te
betalen vennootschapsbelasting kon aanzienlijk worden
verlaagd doordat de Friesland Bank over 1980 geen
belasting verschuldigd is tengevolge van de aanwending
van vervroegde afschrijvingsmogelijkheden. Bij de Stichting
Spaarbank van de Friesland Bank vloeit de relatief lage
belastingdruk voort uit de faciliteit van de
spaarbankvrijstelling.
Batig saldo en garantievermogen
Rekening houdende met afschrijvingen, dotaties en
belastingen daalde het batig saldo van de winst- en
verliesrekening van 5,5 tot 5,1 miljoen. Deze winstdaling
is van precies dezelfde omvang als de in 1979
gerealiseerde winststijging. Volgens statutair voorschrift
dient het batig saldo toegevoegd te worden aan het
reservefonds. Mede hierdoor kon het garantievermogen der
bank toenemen van 95 tot 100 miljoen. Uitgedrukt in
procenten van ons balanstotaal bedraagt het
garantievermogen onzer instelling thans 6,5 Een in
vergelijking met andere banken alleszins aanvaardbaar
cijfer.
Algemene vergadering
In de statutair voorgeschreven algemene vergadering der
bank, die werd gehouden op 23 april 1980, werden de
balans per 31 december 1979 en de exploitatierekening
over 1979 behandeld en goedgekeurd. De aftredende leden
van het bestuur en de raad van toezicht, respectievelijk de
heren Veldhuis en Hilarides, werden herkozen.
De volgende rechtspersonen werden als lid der bank
aangenomen:
Bond van Plattelandsvrouwen in Friesland, gevestigd te
Leeuwarden;
Stichting „Friesland 1940 - 1945”, gevestigd te
Leeuwarden;
Stichting Regionaal Onderzoekcentrum Bosma Zathe,
gevestigd te Leeuwarden.
Het aantal medewerkers(sters) van de bank en onze
geconsolideerde dochterondernemingen onderging in het
verslagjaar praktisch geen wijziging. In het bankbedrijf
waren aan het einde van het afgelopen boekjaar 389
personen werkzaam, in het assurantiebedrijf 67 personen
en in de sector makelaardij 83 personen. In totaal 539
medewerkers(sters) tegenover vorig jaar 540.
Gaarne willen wij al onze medewerkers(sters) dankzeggen
voor de ijver en toewijding waarmede zij ook in het
afgelopen jaar weer hun taak hebben verricht.
Leeuwarden, 17 maart 1981
Drs J. R. Kuperus
9