In Memoriam
Op 11 juni 1976 overleed op 80-jarige leeftijd Dr R. Kuperus, oud-directeur
van onze instelling. De heer Kuperus, die van 1924-1961 aan de bank verbon
den is geweest, waarvan de laatste 30 jaar als directeur, heeft de ontwikke
ling van onze instelling in die periode in hoge mate bevorderd. Voortbou
wend op de organisatorische grondslagen, die door zijn voorganger en oom,
Tj. Kuperus, waren gelegd, heeft hij de bank, als het centrale financierings-
instituut van de Friese landbouwcoöperaties, verder gestalte gegeven. Ook
buiten de strikt agrarische sector wist hij door zijn natuurlijk gezag en visie
de bank verder uit te bouwen. Talrijke door hem genomen initiatieven en
verstrekte adviezen getuigen er van hoezeer hij de dienende functie van de
bank centraal stelde. Hij had de gave idealistische opvattingen in de praktijk
vorm te geven zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen. Intern werd
zijn beleid onder meer gekenmerkt door een grote mate van zorgvuldigheid
en een sterk gevoel van verbondenheid met het personeel der bank. De ver
trouwenspositie die de bank alom in de provincie Friesland geniet is voor
een belangrijk deel te danken aan zijn bekwaamheid, integriteit en beminne
lijkheid.
Voortkomend uit een geslacht van pioniers op het terrein van de zuivelcoöpe-
ratie, lag het geheel in de lijn van zijn opvoeding, dat hij zijn studie aan de
Handelshogeschool te Rotterdam afsloot met een proefschrift over de wet op
de coöperatieve vereniging. Gedurende zijn gehele loopbaan heeft hij in woord
en geschrift als zijn overtuiging uitgedragen, dat de coöperatie een onmisbaar
instrument is in de economische strijd van de boerenstand. Naast de economi
sche betekenis van de coöperatie vestigde hij ook voortdurend de aandacht op
de morele waarden van het samen ondernemen. De coöperatie kan naar zijn
mening alleen dan goed functioneren wanneer deze gedragen wordt door een
gevoel van saamhorigheid. Zijn ijveren voor de oprichting van een Instituut
voor Landbouwcoöperatie, waarin alle Friese landbouwcoöperaties samenwer
ken, vormt hiervan een duidelijk voorbeeld. Daarnaast beoogde hij met de
aankoop van het historische landgoed „Oranjewoud”, thans eigendom van de
Friesland Bank, een conferentie- en opleidingscentrum te stichten ten behoeve
van de Friese boer en zijn coöperaties. Als zodanig heeft,,Oranjewoud”inmid-
dels in agrarische kring en daarbuiten grote bekendheid gekregen.
Overigens beperkten zijn activiteiten zich allerminst tot die zaken die alleen
voor de bank of voor de Friese landbouw van betekenis waren. Talrijk waren
zijn functies op economisch, sociaal-cultureel en maatschappelijk terrein. Zijn
sociale bewogenheid en gemeenschapszin vonden hier een dankbare voe
dingsbodem. Ook van overheidswege vonden zijn grote verdiensten erkenning
getuige zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Zijn vruchtbare arbeid, waaraan we met gevoelens van grote dankbaarheid
terugdenken, heeft een blijvend stempel op de ontwikkeling van onze instelling
gedrukt.
Met eerbied zullen wij Dr R. Kuperus blijven gedenken.
Bestuur, Raad van Toezicht en Directie.