Dokkum, Buitenpost, Joure en Wolvega. Deze deelneming heeft thans de beschikking over 8 kantoren en is inmiddels uitgegroeid tot het grootste makelaarskantoor in de provincie Friesland. De samenwerking met genoemd makelaarskantoor op het gebied van de financiering van onroerend goed, taxaties, verzekeringen e.d. werkt wederzijds bevruchtend. Resultaten over 1976 De bedrijfsresultaten over 1976 vertoonden een aanzienlijke stijging. Zo namen de rente-, provisie- en overige baten toe van 20,9 tot 27,1 miljoen. De kosten stegen echter eveneens belangrijk en wel van 14 tot 18,1 miljoen. Het stemt tot voldoening, dat de kostenstijging ad 4,1 miljoen ruimschoots kon worden opgevangen door de met 6,2 miljoen toegenomen baten. De hogere rentebaten vinden zowel hun oorzaak in de sterk gestegen omzetten als in de vergroting van de rentemarge. Na een zeer gunstig eerste halfjaar kwam de rentemarge bij onze instelling in de tweede helft van 1976 echter onder druk te staan als gevolg van de toen plotseling sterk stijgende rente op de geld- en kapitaalmarkt. Tegen het einde van het verslagjaar was het dieptepunt gepasseerd en herstelde de rentemarge zich langzaam. De stijging van de provisiebaten is vooral te danken aan de sterk toegenomen inkomsten uit de door ons verleende bemiddeling bij het afsluiten van geldleningen. Daarnaast droeg ook de omzettenstijging in het binnen- en buitenlands betalingsverkeer bij tot de toegenomen provisiebaten. De overige baten bestaan voornamelijk uit ontvangen huren en uit door de Friesland Bank Assurantiën b.v. ontvangen provisies. 1.871.000 tot 3.379.000. Bij de beoordeling van deze forse stijging van het batig saldo dient men in aanmerking te nemen, dat de gekweekte rente over de reservefondsen in 1975 niet en in 1976 wel in het batig saldo is begrepen, terwijl voorts het bedrijfsresultaat van de Friesland Bank Assurantiën b.v. over 1976 voor het eerst in onze gecombineerde exploitatierekening is opgenomen. Elimineert men beide factoren, dan blijkt het batig saldo onzer instelling toch nog met 37% te zijn toegenomen. Een bijzonder verheugend resultaat. Interne zaken In het verslagjaar kwam een nieuw organisatieschema tot stand, waarbij de commerciële en administratieve aspecten van het bedrijfsgebeuren in de organisatie een zwaarder accent kregen. Er werd een stuurgroep automatisering geïnstalleerd met o.a. de taakopdracht een harmonisatie tot stand te brengen tussen de commerciële verlangens en de administratieve mogelijkheden. Voorts werd een stafafdeling opleidingen in het leven geroepen met het doel de studiebegeleiding van personeelsleden intensiever te verzorgen. In het verslagjaar werd, na jaren van voorbereiding, het grootste deel onzer kantoren via een zgn. „terminal” rechtstreeks met de computer op het hoofdkantoor verbonden, waardoor de administratieve procedure aanmerkelijk is versneld. Met de Ondernemingsraad der bank, waarmede wij reeds meer dan 25 jaar op vruchtbare wijze samenwerken, werd ook in het verslagjaar weer regelmatig overleg gepleegd over zaken van wederzijds belang. Het aantal medewerkers(sters) der bank nam in 1976 toe met bijna 10% van 315 tot 346. Afschrijvingen en dotaties In verband met de toegenomen investeringen in gebouwen en inventarissen werd het bedrag der afschrijvingen verhoogd van 2,8 tot 3,2 miljoen, waarvan 1,9 miljoen ten laste van de exploitatierekening en 1,3 miljoen ten laste van de bouwreserve werd gebracht. In de omvang van de dotaties aan de extra voorziening, de bouwreserve en de reserve koersverschillen effecten kwam geen wijziging. Evenals in 1975 werd in het verslagjaar aan deze reserves in totaal 3 miljoen gedoteerd. Batig saldo Rekening houdende met bovengenoemde afschrijvingen en dotaties steeg het batig saldo der exploitatierekening van Algemene Vergadering In de statutair voorgeschreven Algemene Vergadering, die gehouden werd op 28 april 1976, werden de balans per 31 december 1975 en de exploitatierekening over 1975 behandeld en goedgekeurd. Het aftredende lid van het Bestuur, de heer Drs G. van Veenen, werd herkozen. In de plaats van het aftredende lid van de Raad van Toezicht, de heer S. J. Anema, die niet herkiesbaar was, werd benoemd de heer T. A. Oosterhof. Ook op deze plaats willen wij de heer Anema gaarne dankzeggen voor de toegewijde en serieuze wijze waarop hij de belangen der bank 10 jaar lang heeft behartigd. Leeuwarden, 17 maart 1977 Drs J. R. Kuperus 9

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1976 | | pagina 13