daling verantwoordelijk. In verband met het regionale
karakter van onze instelling beperken wij ons overigens
zoveel mogelijk tot het honoreren van hypotheek-aanvragen
uit de eigen regio. Zo is van onze totale hypotheken
portefeuille ad 184 miljoen ruim 97% verstrekt aan
cliënten woonachtig in de provincie Friesland.
Deelnemingen
In het verslagjaar werd een meerderheidsbelang verworven
in de „Makelaardij Van der Schoot en Van Dijk b.v.” te
Leeuwarden. Onze deelneming in een makelaarskantoor
dient gezien te worden tegen de achtergrond van de
belangen van de bank op het gebied van de financiering
van onroerend goed, taxaties en verzekeringen.
Voorts werd in 1974 de meerderheid van de aandelen van
de coöperatieve vereniging „Recrea” te Terschelling
verworven. Deze vereniging is eigenaresse van 22 vakantie
woningen op Terschelling. Naast beleggingsoverwegingen
hebben sociale motieven een belangrijke rol gespeeld bij
het verkrijgen van deze deelneming. Van de mogelijkheid
een dergelijke vakantiewoning te huren wordt nl. in toe
nemende mate door onze personeelsleden gebruik
gemaakt.
Onze dochteronderneming, Friesland Bank Assurantiën
b.v., ontwikkelde zich in het verslagjaar zeer voorspoedig.
De inkomsten van ons assurantiebedrijf zijn wederom fors
gestegen, voornamelijk als gevolg van de hiervoor
geschetste grote vraag naar hypothecaire geldleningen.
Resultaten over 1974
Het bedrijfsresultaat van de Friesland Bank over 1974 stemt
tot tevredenheid. Zo steeg het batig saldo met bijna 35%
van 1.080.000 tot 1.458.000. Bij de beoordeling van dit
resultaat dient overigens te worden bedacht, dat dit
mede mogelijk is geworden doordat de reservering voor
belastingen, als gevolg van het zelfstandig maken van onze
Stichting Spaarbank, belangrijk kon worden verlaagd.
De baten stegen in het verslagjaar van f 14.9 tot 16.7
miljoen, een toename van 12%. Van de baten is de interest
verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Vooral in de
tweede helft van 1974 heeft de rentemarge, dit is het verschil
tussen het gemiddeld ontvangen en het gemiddeld
betaalde rentepercentage, sterk onder druk gestaan van
de hoge rentepercentages die dikwijls betaald moesten
worden voor aan de bank toevertrouwde gelden. Voor een
instelling als de onze met relatief vrij omvangrijke vaste
rentedragende beleggingen is een zo scherpe rentestijging
als in het verslagjaar is opgetreden uiteraard nadelig. In een
periode van dalende rente werkt deze beleggingsstructuur
weer in ons voordeel.
Een andere inkomstenbron voor de banken vormen de
provisiebaten. De daling van de provisiebaten bij onze
instelling vindt zijn oorzaak niet slechts in de teleurstellende
gang van zaken in het effectenbedrijf maar vooral in het
ontbreken van de baten uit het assurantiebedrijf, die in
1974 voor het eerst geheel ten goede zijn gekomen aan onze
dochteronderneming, Friesland Bank Assurantiën b.v.
Zouden de inkomsten uit de assurantiebemiddeling, zoals
tot dusverre gebruikelijk, rechtstreeks door de Friesland
Bank zijn genoten, dan waren onze provisiebaten in totaal
nog met ruim 12% gestegen.
De kosten stegen aanzienlijk en wel van 8.9 tot 11.2
miljoen, een toename derhalve van ruim 25%, tegenover
21% in 1973. Deze grotere procentuele kostenstijging is
vooral veroorzaakt door personeelsuitbreiding, mede een
gevolg van de toeneming van het aantal vestigingen der
bank. Daarnaast hebben ook de wettelijke maatregelen met
betrekking tot de minimumlonen voor jeugdige werknemers
tot de kostenstijging bijgedragen. Tenslotte hebben de
éénmalige kosten verband houdende met de opening en
ingebruikneming van ons nieuwe hoofdkantoor in dezen
een rol gespeeld.
Het beleid der bank is er bij voortduring op gericht de
kostenstijging zo veel mogelijk te beperken. In dit verband
kan worden gewezen op de in het verslagjaar getroffen
voorbereidingen met het doel al onze kantoren in 1975 via
een zgn. „terminal” rechtstreeks met de computer op het
hoofdkantoor te verbinden, waardoor de administratieve
procedure aanmerkelijk zal worden versneld en personeels
uitbreidingen minder noodzakeïïjk worden.
Afschrijvingen en dotaties
In verband met de toegenomen investeringen in gebouwen
en inventarissen werd het bedrag der afschrijvingen
verhoogd van 1.2 miljoen tot 1.6 miljoen, waarvan 0.9
miljoen ten laste der exploitatierekening en 0.7 miljoen
ten laste van de bouwreserve werd gebracht.
De toevoeging aan de extra voorziening is, in verband met
8