Aangezien er zich in 1973 betrekkelijk weinig nieuwe afschrijvingsmogelijkheden voordeden en daarnaast voor enkele bankgebouwen de extra-afschrijving gedurende de eerste 5 jaren is komen te vervallen, is in 1973 in totaal praktisch evenveel van de gebouwen en inventarissen afgeschreven als in 1972, te weten 1.2 miljoen, waarvan 833.000 ten laste van de exploitatierekening en 378.000 ten laste van de bouwreserve. De toevoeging aan de extra voorziening bedroeg, evenals in 1972, 400.000. Dankzij het gunstige bedrijfsresultaat was het mogelijk ten laste der exploitatierekening 1.6 miljoen (v.j. 1 miljoen) te doteren aan de bouwreserve. Ten laste van deze reserve wordt gedurende de eerste vijf jaren 5% extra afgeschreven op de aanschaffingswaarde van onze bankgebouwen, waaronder in 1974 ons nieuwe hoofdkantoor. De bouwreserve bedraagt thans 3.3 miljoen. Tenslotte werd ten laste van de exploitatierekening 1.1 miljoen gedoteerd aan de reserve koersverschillen effecten. De rentestijging in ons land heeft geleid tot een koersdaling van obligaties, als gevolg waarvan de waarde van ons effectenbezit belangrijk daalde. Zoals uit de toelichting op de jaarrekening moge blijken is, teneinde dit waarderingsverlies op te vangen, een bedrag van 4,5 miljoen aan de gepubliceerde reserves onttrokken, terwijl het restant boekverlies ten laste is gebracht van de onder crediteuren voorkomende voorzieningen. Wij menen ons effectenbezit, in tegenstelling tot de door sommige andere banken gevolgde gedragslijn, te moeten blijven waarderen op basis van de beurskoers per balansdatum I omdat zich, vooral in een periode van grote geldkrapte en ontsparing, een situatie kan voordoen waarin het wenselijk is een deel van het effectenbezit af te stoten. Batig saldo en reservefondsen Rekening houdende met bovengenoemde afschrijvingen en dotaties steeg het batig saldo der exploitatierekening van 878.000 tot 1.080.000 een toename van ruim 23%. De gezamenlijke reserves stegen als gevolg van de toevoeging van het batig saldo der exploitatierekening, de bijschrijving van de over het reservefonds gekweekte rente en de bijtelling van de reserves der geliëerde spaarbanken onder aftrek van een dotatie aan de reserve koers verschillen effecten per saldo van ruim 15 tot bijna 17 miljoen. De voortgaande gunstige ontwikkeling der bank is mede te danken aan de gezamenlijke inspanning van allen die in ons bedrijf werkzaam zijn en die zich daarmede verbonden voelen. Gaarne willen wij al onze medewerkers(sters) dankzeggen voor de ijver en toewijding waarmede zij ook in het afgelopen jaar weer hun taak hebben verricht. Algemene Vergadering In de statutair voorgeschreven Algemene Vergadering, die gehouden werd op 19 april 1973 werden de balans per 31 december 1972 en de exploitatierekening over 1972 behandeld en goedgekeurd. In de plaats van het aftredende lid van het Bestuur, de heer L. J. de Boer, die zich niet herkiesbaar stelde, werd benoemd de heer M. Nijenhuis. Ook op deze plaats willen wij de heer de Boer, die tien jaar bestuurslid is geweest waarvan de laatste drie jaar voorzitter, dankzeggen voor de wijze waarop hij de belangen der bank heeft behartigd. Zijn coöperatieve instelling en sympathieke persoonlijkheid maakten hem tot een zeer gewaardeerd bestuurslid. Het aftredende lid van de Raad van Toezicht, de heer D. Wiersma, werd herkozen. De volgende rechtspersonen werden als lid der bank aangenomen: Stichting VVV Friesland-Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden; Stichting Centrale Bibliotheekdienst voor Friesland, gevestigd te Leeuwarden; Vereniging voor Agrarische Arbeidsvoorziening Friesland A.A.V., gevestigd te Leeuwarden; Veilingsvereniging „De Afslag”, gevestigd te Berlikum. Het aantal leden der bank steeg van 79 tot 82 op het einde van het boekjaar. Leeuwarden, 11 maart 1974 Drs J. R. Kuperus 9

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1973 | | pagina 13