leg te plegen ongetwijfeld aanwezig zijn. Tevens menen wij
er voor te moeten pleiten, dat ten aanzien van de omvang
der projecten de minimumgrenzen waarbij de N.O.M. van
plan is financieringsmiddelen beschikbaar te stellen, nl.
voor uitbreidingen in vaste aktiva 500.000 en voor
nieuwe vestigingen 400.000 worden verlaagd. Het is
ons bovendien niet duidelijk, waarom de grens voor uit
breidingen hoger is gesteld dan die voor nieuwe vestigingen.
Het omgekeerde ligt eerder voor de hand. Tenslotte
spreken wij gaarne de wens uit,dat het niet alleen over
wegingen van politieke aard zijn geweest die tot de
oprichting van de N.O.M. hebben geleid, doch dat de
overheid ook daadwerkelijk de ontwikkeling van het
bedrijfsleven in het Noorden gaat stimuleren.
Structuurwijziging
Alvorens tot een bespreking van de ontwikkeling der Fries
land Bank in het verslagjaar over te gaan, is het gewenst
eerst melding te maken van een per 31 december 1973
bij de bank doorgevoerde structuurwijziging, waarbij
de Stichting Spaarbank van de Coöp. Ver. Friesland Bank
is verzelfstandigd. Zoals uit voorgaande jaarverslagen
moge blijken werden de aan genoemde Stichting
Spaarbank toevertrouwde gelden tot dusverre volledig
bij de Friesland Bank belegd. Met ingang van
bovengenoemde datum heeft de Friesland Bank een groot
deel van de activa waarin de spaargelden van de Stichting
Spaarbank door haar waren belegd, te weten overheids-
leningen, effecten en hypotheken overgedragen aan de
Stichting Spaarbank en wel voor de waarde die daaraan
in het economisch verkeer kan worden toegekend.
Aangezien het in het bankwezen gebruikelijk is overheids-
leningen en hypotheken in de balans tegen de nominale
waarde te waarderen ontstond door deze transactie,
zoals uit de toelichting op de jaarstukken moge blijken, bij
de Friesland Bank een vermogensvermindering, welke
echter volledig werd gecompenseerd door een vermogens
toename bij de Stichting Spaarbank onzer instelling. Het
effectenbezit van beide banken blijft, zoals bij de Friesland
Bank gebruikelijk, onveranderd gewaardeerd tegen beurs
koers per balansdatum. Voor de cliënten der bank heeft deze
structuurwijziging geen enkele consequentie, omdat de
Coöp. Ver. Friesland Bank en de Stichting Spaarbank van de
Coöp. Ver. Friesland Bank eikaars verplichtingen over en
weer volledig hebben gegarandeerd. In verband hiermede
en met het doel de vergelijking met voorgaande boekjaren
niet te verstoren is de balans van de Friesland Bank per
31 december 1973 gecombineerd met die van de Stichting
Spaarbank onzer instelling Rer die datum.
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de
balansen van een viertal spaarbanken, waarmede wij nauw
samenwerken, te weten de Coöp. Spaarbank „De Bjldtse
Bank” te St. Annaparochie, de Coöp. Spaarbank „Berlikum”
te Berlikum, de Coöp. Spaarbank „TrynwakJen” te Oenkerk
en de Stichting Nutsspaarbank te Arum in bovengenoemde
gecombineerde balans op te nemenTDe Friesland Bank
heeft de verplichtingen van alle vier genoemde banken, die
de belegging van de hun toevertrouwde spaargelden aan
onze instelling hebben overgedragen, volledig gegaran
deerd, terwijl het omgekeerde eveneens het geval is.
De hierna volgende beschouwing over de ontwikkeling van
enkele bedrijfssectoren is gebaseerd op de
gecombineerde balans per 31 december 1973.
Groei der bank
Het verheugt ons te mogen constateren, dat de groei onzer
instelling zich, niettegenstaande het onzekere economische
klimaat, ook in 1973 heeft voortgezet. Met de stijging van
het balanstotaal in het verslagjaar van 443.6 tot 525.9
miljoen werd derhalve de 1/2 miljard grens ruimschoots
overschreden. Volledigheidshalve kan hierbij worden j
vermeld, dat deze stijging met 18.5% nauwelijks beïnvloed
is door de gewijzigde balanspresentatie in de vorm van een
gecombineerde balans. De groei bij onze instelling is
voornamelijk te danken aan de toename van de aan de bank
toevertrouwde gelden met 78.7 miljoen, een stijgings-
percentage van ruim 19°/o. Bij de beoordeling van de sterke
toename van de balanspost spaargelden dient in aan-
merking te worden genomen, dat hieronder thans ook de.,|^
spaargelden der geaffiliëerde banken, die het vorige jaar II
onder crediteuren werden verantwoord, zijn begrepen. I
De teruggan^vén de balanspost crediteuren is hiermede
tevens verklaard. Overigens kan met voldoening worden
geconstateerd, dat de verhoogde activiteiten van de bank
met betrekking tot het aantrekken van spaargelden in het
verslagjaar goede resultaten hebben opgeleverd. Met name
de introductie van profijtspaarbewijzen bleek in een
behoefte te voorzien. Het betreft hier een voor onze
instelling nieuwe spaarvorm in het bijzonder geëigend voor
die spaarders, die hun geld niet voor lange tijd willen of
kunnen vastzetten en die toch graag een hogere rente
ontvangen dan voor dagelijks opvraagbaar spaargeld
gebruikelijk is.
7