evenwichtige betalingsbalansen. Het heeft nl. weinig zin
om op internationaal monetair gebied allerlei spelregels
op te stellen wanneer de nationale regeringen geen ernst
maken met hun streven naar evenwicht in hun eigen
financiële huishouding. Aangezien het niet waarschijnlijk
lijkt dat met name het aanzienlijke betalingsbalanstekort
van Amerika op korte termijn verdwenen is en men met de
internationale coördinatie op het terrein van de
economische politiek nog niet ver gevorderd is, moet
worden gevreesd, dat hernieuwde spanningen op de
internationale valutamarkten ons in de toekomst niet
bespaard zullen blijven.
Groei der bank
De groei onzer instelling zette zich in 1972 voort. Zo steeg
het balanstotaal in het verslagjaar van 389.3 tot 443.6
miljoen, een toename derhalve van ruim 13.9%. Wanneer
men bedenkt, dat het nationale inkomen in 1972 is gestegen
met 12.5% en dat de economische ontwikkeling van de
provincie Friesland achterblijft bij de groei van onze
nationale economie, dan mogen wij alleszins tevreden zijn
over de met 13.9% toegenomen bedrijfsomvang onzer
instelling. De groei bij onze instelling is in het verslagjaar
vooral veroorzaakt door de toename van de in rekening-
courant en deposito bij de bank gedeponeerde
gelden van in totaal 109.4 tot 140.5 miljoen,
een stijgingspercentage van ruim 28%. Hierbij
dient overigens wel te worden opgemerkt, dat de stijging
van de tegoeden in rekening-courant mede is te danken
aan de overheveling van zgn. oneigenlijke spaargelden
naar de rekening-courant sfeer. Het beleid der bank is er
op gericht geen gelden meer op spaarboekjes te
aanvaarden waaraan niet het karakter van spaargeld kan
worden toegekend. De wat bescheiden groei van de aan
onze Stichting Spaarbank toevertrouwde gelden van 202
tot 221 miljoen is hiermede grotendeels verklaard. Daar
naast is de spaargelden-aanwas enigszins afgeremd door
de aankoop van effecten en onroerend goed ten laste van
spaartegoeden. De omzet van onze effectenafdeling is
hierdoor echter, zoals bij de bespreking van het bedrijfs
resultaat over 1972 zal blijken, aanzienlijk toegenomen.
Vestigingen
In het verslagjaar werden onze kantoren in Balk, Franeker,
Heerenveen-Zuid, Leeuwarden-Oost en Stiens in een
nieuw pand gehuisvest. In Leeuwarden-Nijlän werd een
nieuw stadsbijkantoor geopend. Ten behoeve van onze
vestiging in Holwerd werd begonnen met de bouw van een
nieuw pand. Ons kantoor te Oenkerk werd geheel
gemoderniseerd. Met de bouw van ons nieuwe hoofd
kantoor te Leeuwarden werd goede voortgang gemaakt.
Het nieuwe pand zal naar verwachting medio 1974 in
gebruik kunnen worden genomen. Met de Stichting Nuts-
spaarbank te Arum werd overeenstemming bereikt over een
samenwerkingsvorm waarbij genoemde instelling zelf
standig het spaarbankbedrijf blijft uitoefenen, terwijl alle
overige banktransacties door de Friesland Bank worden
verricht. Hiertoe is door onze instelling met ingang van
1 januari 1973 een kantoor te Arum geopend.
Kredietverlening
De kredietvraag onzer leden liep, zoals uit de jaar
cijfers blijkt, terug van 46 tot 33 miljoen. Deze geringere
kredietbehoefte komt praktisch geheel voor rekening van
onze leden werkzaam op het terrein van de produktie en
afzet van zuivelprodukten. Het verminderde beroep uit deze
sector op onze financieringsmiddelen is grotendeels te
danken aan een drietal omstandigheden. In de eerste plaats
dient in dit verband te worden gewezen op het door de
zuivelfabrieken in ons land gehanteerde systeem van
melkprijsvaststelling, waarbij de veehouders periodiek op
basis van zgn. voorschotprijzen hun melkgeld ontvangen,
waarna na afloop van het boekjaar een zgn. definitieve
afrekening (nabetaling) volgt. Aangezien de voorschot
prijzen in het verslagjaar, in verhouding tot de opbrengst
der Produkten, lager waren dan het voorgaande jaar, waren
onze leden werkzaam in de zuivelsector in staat zich
tijdelijk in meerdere mate zelf te financieren. Een tweede
oorzaak van de afgenomen kredietbehoefte in deze sector
is gelegen in de geringere voorraadpositie per het einde
van het boekjaar. Tenslotte heeft ook de door onze
instelling steeds gepropageerde consolidatie van bank-
schuld in langlopende leningen geleid tot een verminderde
kredietbehoefte.
De vraag naar geldmiddelen van de zijde van onze overige
relaties nam in het verslagjaar toe van 105.6 tot 126.0
miljoen, hetgeen vooral te danken is aan de stijging van de
balanspost hypotheken. Zo werd in 1972 voor een bedrag
van 26.8 miljoen aan hypotheken verstrekt tegenover
15.2 miljoen in 1971. Deze groei, verminderd met het
bedrag der aflossingen, deed onze hypotheekportefeuille
per saldo toenemen van 41.4 tot 55.3 miljoen.
Ook in de sector der niet-risicodragende beleggingen zette
8