Als gevolg van de onrust op de internationale valuta- De gezamenlijke reserves der bank stegen als gevolg van
markten was de omzet van onze arbitrage-afdeling de toevoeging van het batig saldo der exploitatierekening,
aanzienlijk groter dan in 1970, hetgeen een gunstige de bijschrijving van de over het reservefonds gekweekte
invloed uitoefende op het bedrijfsresultaat. Daarnaast rente, de koerswinst op effecten en de vorming van de
namen ook de inkomsten uit hoofde van de door ons bouwreserve van 9.9 tot 13.8 miljoen,
verleende bemiddeling bij het afsluiten van geldleningen
en verzekeringen toe. Personalia
Afschrijving en dotaties
In het verstreken boekjaar is, in verband met de eisen die
de Wet op de Jaarrekening van Ondernemingen aan de
verslaggeving stelt, een wijziging ingevoerd in het systeem
van waardering en afschrijving van gebouwen en
inventarissen. De waardering van de vaste eigendommen
vindt thans plaats tegen aanschaffingswaarde minus een
afschrijving van 3% per jaar van deze waarde, wat de
bankgebouwen betreft verhoogd met 5% per jaar
gedurende de eerste vijf jaren. Op de inventarissen wordt
10% per jaar en op de onder dit hoofd begrepen computer-
installatie 25% per jaar van de aanschaffingswaarde
afgeschreven. Als gevolg van deze systeemwijziging
4> ontstond een herwaarderingssurplus van ruim 900.000.
welk bedrag is toegevoegd aan de bouwreserve. In totaal
is van de gebouwen en inventarissen over 1971
afgeschreven een bedrag van 948.000,inclusief een
extra afschrijving ten laste van de bouwreserve ad
325.000,— (v.j. in totaal 500.000,—).
De toevoeging aan de extra voorziening bedroeg
400.000,Daarnaast werd ten laste der
exploitatierekening f 950.000,(v.j. nihil) gedoteerd aan
de bouwreserve. Ten laste van deze resefve zal gedurende
de eerste vijf jaren 5% extra worden afgeschreven op de
aanschaffingswaarde van onze bankgebouwen. Deze
aanzienlijke dotatie werd mede mogelijk, doordat het voor
vennootschapsbelasting te reserveren bedrag, als gevolg
van de mogelijkheid om fiscaal vervroegd af te schrijven op
het vooral in 1971 sterk uitgebreide gebouwenbezit,
daalde van 1.5 miljoen tot 675.000,
Sr
Batig saldo en reservefonds
In verband met de onzekere vooruitzichten met betrekking
tot de bedrijfsresultaten over 1972 gaven wij er de voorkeur
aan het gunstige exploitatieresultaat over 1971 gedeeltelijk
aan te wenden ter verhoging van de afschrijving en ter
versterking van de bouwreserve, waarna tenslotte het batig
saldo ad 756.000,slechts weinig afweek van dat over
1970, toen het 753.000,bedroeg.
In het verslagjaar werd de heer H. Nijman tot adjunct-
directeur der bank benoemd. Onze algemeen
procuratiehouder, de heer R. G. de Vries, verliet onze
instelling wegens het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd. Wij willen ook op deze plaats graag getuigen
van de grote dank die wij de heer de Vries verschuldigd zijn
voor de sympathieke en toegewijde manier waarop hij
gedurende bijna 50 jaar de belangen der bank heeft
behartigd. Zijn grote trouw aan en verbondenheid met onze
instelling waren kenmerkend voor zijn persoon.
In het verslagjaar herdachten 5 medewerkers het feit, dat
zij 25 jaar geleden in dienst onzer instelling traden. Wij zijn
onze ruim 250 medewerkers(sters) dank verschuldigd voor
de ijver en toewijding waarmee zij ook in 1971 weer hun
taak hebben verricht.
Algemene Vergadering
In de statutair voorgeschreven Algemene Vergadering, die
gehouden werd op 27 april 1971, werden de balans per
31 december 1970 en de exploitatierekening over 1970
behandeld en goedgekeurd. Het aftredende lid van het
Bestuur, de heer drs G. van Veenen, werd herkozen evenals
het aftredende lid van de Raad van Toezicht, de heer
S. J. Anema.
Door de Directie werden uitvoerige mededelingen verstrekt
over het door de bank gevoerde beleid. De Algemene
Vergadering keurde het voorstel van het Bestuur en de
Raad van Toezicht goed om het hoofdkantoor te Leeuwar
den uit te breiden en in Leeuwarden-Noord een bijkantoor
te stichten.
Het aantal leden der bank liep, voornamelijk als gevolg van
de concentratie in de coöp. zuivelindustrie, terug van 84 tot
77 op het einde van het boekjaar.
Leeuwarden, 9 maart 1972
Drs J. R. Kuperus
9