vredigend. De omzet nam belangrijk toe, hetgeen moge blij ken uit de stijging van het balanstotaal van f 233,0 tot f 281,3 miljoen. Deze voortgaande groei is vooral te dan ken aan de toename van de aan de bank toevertrouwde geldmiddelen met f 44,4 miljoen, een stijgingspercentage van 22 Onze dertien bijkantoren hebben in aanzienlijke mate tot deze groei bijgedragen. Ook het aantal nieuwe relaties nam belangrijk toe, hetgeen o.a. moge blijken uit de stijging van het aantal in omloop zijnde spaarboekjes van 35.500 tot 41.600. In het kader van het streven de basis der bank ver der te verbreden werden in het verslagjaar diverse nieuwe activiteiten ontwikkeld. Zo werd de kredietverlening aan particulieren uitgebreid met de persoonlijke lening en het salariskrediet, terwijl de bank voorts haar bemiddeling is gaan verlenen bij het afsluiten van verzekeringen. Tenslotte kan in dit verband worden medegedeeld, dat de bank alle aan delen heeft verworven in het Fries Trustkantoor N.V., geves tigd te Leeuwarden. Deze vennootschap zal aan de cliënten der bank diensten gaan verlenen op het gebied van vermo gensbeheer, administratie van vermogens, bewindvoering en executele. Bijkantoren In het verslagjaar werden twee nieuwe bijkantoren in ge bruik genomen en wel in Dokkum en Zwagerveen. Dit laatste kantoor is ontstaan door de overname van de Coöp. Spaar- en Voorschotbank G.A. voor Zwagerveen en Omstreken te Zwagerveen per 1 mei 1968. De aktiva en passiva dezer bank zijn dit jaar voor het eerst in onze balanscijfers ver werkt. De huisvesting van ons bijkantoor te Sneek werd aan zienlijk verbeterd door de ingebruikneming in het verslagjaar van een geheel nieuw kantoorgebouw. In onze nieuwe pan den te Dokkum en Sneek is tevens een bijkantoor van de Coöp. Centrale Landbouwboekhouding gevestigd. Aan het einde van het verslagjaar werd begonnen met de bouw van een nieuw pand ten behoeve van ons bestaande kantoor in Drachten. Kredietverlening De kredietvraag onzer leden liep, zoals uit de jaarcijfers blijkt, terug van f 93,9 tot f 76,3 miljoen. Deze geringere krediet vraag komt praktisch geheel voor rekening van onze leden werkzaam op het terrein van de produktie en afzet van zui- velprodukten. De belangrijkste oorzaak van deze vermin derde kredietbehoefte is gelegen in het feit, dat er op 1 april 1968 een einde is gekomen aan de inleveringsregeling voor kaas, als gevolg waarvan er sindsdien door onze leden een gewijzigd voorraadbeleid is gevoerd. De vraag naar geldmiddelen van de zijde van onze overige relaties nam in het verslagjaar toe, hetgeen moge blijken uit de stijging van de balansposten debiteuren en hypotheken. Deze stijging was echter geringer dan de daling van de kredietbehoefte der leden, zodat de totale kredietvraag iets terugliep. Liquiditeit De sterke stijging van de aan de bank toevertrouwde geld middelen tezamen met de verminderde kredietbehoefte maak ten het mogelijk, dat de liquiditeit in het verslagjaar belang rijk kon toenemen. Per balansdatum was in direct opeisbare en realiseerbare vorm ruim 108,3 miljoen beschikbaar, tegenover f 66,9 miljoen per de vorige jaar ultimo. Het be leid der bank is er, gelet op de toenemende spanningen op de geld- en kapitaalmarkt, op gericht thans een zo groot mogelijke liquiditeit aan te houden. Resultaten over 1968 De bedrijfsresultaten over 1968 vertoonden een verheugende stijging. De rente- en provisiebaten namen toe van f 3,9 tot 4,7 miljoen, een stijging van ruim 20 Aangezien de rentemarge zich in het verslagjaar op het niveau van 1967 kon handhaven zijn de gestegen rentebaten geheel veroor zaakt door de toegenomen omzet. De stijging van de pro visiebaten van f 719.000,tot f 924.000,kan in hoofd zaak worden toegeschreven aan de belangrijk gunstiger resultaten van onze effectenafdeling. Het gunstige beurskli maat, de in 1968 veelvuldig plaats gehad hebbende emissies en de uitbreiding van onze relatiekring waren verantwoorde lijk voor de toegenomen inkomsten uit het effectenbedrijf. Ook de provisie-inkomsten uit hoofde van door ons ver strekte bankgaranties namen toe. De inkomsten uit de door ons verleende bemiddeling in het betalingsverkeer onzer relaties met het buitenland namen dit jaar voor het eerst, onder invloed van de internationale monetaire spanningen, niet toe. De exploitatiekosten stegen in 1968 aanzienlijk en wel van f 2,09 tot f 2,70 miljoen, een toename van 29 Alhoewel de kostenstijging in absolute zin kon worden opgevangen door de nog sterker toegenomen baten, verdient het feit, dat de kosten procentueel sterker zijn gestegen dan de baten onze bijzondere aandacht. Het zeer arbeidsintensieve karakter van het bankbedrijf maakt, dat verreweg het groot- 6

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 1968 | | pagina 8