6
waarde van ƒ33.629.343.98, zoodat het totaal der uitstaande leeningen 50.01 %der
geschatte waarde van het hypothecair verbonden onderpand vertegenwoordigt.
In het afgeloopen jaar heeft de Bank zevenmaal gebruik gemaakt van de
verleende onherroepelijke volmacht tot verkoop van het verbonden goed en wel
driemaal wegens wanbetaling, driemaal wegens inbeslagname van het verbonden
onderpand en eenmaal wegens faillissement van den debiteur. In vijf gevallen
waren de opbrengsten voldoende om onze totale vorderingen te dekken, in een
geval werd een verlies geleden van 500. terwijl in het laatste geval het
verbonden onderpand door de Bank moest worden ingekocht. Nog voor de be
taling der kooppenningen mochten wij er evenwel in slagen dit pand met eene
winst van 1000.— te verkoopen, zoodat er per saldo op de executies geen
verlies geleden werd.
Sedert de oprichting der Bank werd te zamen op
hypotheek uitgezet een bedrag Van f 51.779.600.—
en werd afgelost een bedrag van34.958.856.
Zoodat thans nog uitstaat een bedrag van16.820.744.—
De in 1922 ingekochte perceelen tuingrond te Boskoop zijn verkocht met
900. winst, zoodat de Bank thans geen ingekochte onderpanden bezit.
De gemiddelde hypotheekrente bedroeg op 31 December 1924 5.685
terwijl de gemiddelde hypotheekbriefrente op dien datum bedroeg 4.637
Op 1 December 1924 was verschuldigd: aan renten 451.591.09
Hiervan werd vóór het einde van het boekjaar voldaan 440.662.09
Terwijl, bij het afdrukken van dit verslag, nog openstond
een bedrag van 7.801.09
Het resultaat van het onderzoek door het Algemeen Administratie- en
Trustkantoor, verricht ingevolge art. 21 onzer overeenkomst, is ter kennisneming
aan dit verslag toegevoegd als bijlage I.
Executies.
Ingekochte onder
panden.
Rentemarge.
Voldoening van
Renten.
Overeenkomst
met het Algemeen
Administratie- en
Trustkantoor te
Rotterdam.