RAPPORT
BIJLAGE I
van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor te Rotterdam.
Hiermede verklaren wij, dat wij, ingevolge artikel 21 der Overeenkomst met de Eerste Neder-
landsche Hypotheekbriefbank op 27 November 1897 voor den Notaris W. J. M. DE BAS te
’s-Gravenhage verleden, op heden ten kantore dier Bank te 's-Gravenhage, hare registers hebben
onderzocht en met de in den loop van het jaar 1923 ingevolge artikel 20 der genoemde Overeen
komst aan ons verstrekte gegevens hebben vergeleken, en een en ander accoord hebben bevonden.
Daaruit is ons gebleken, dat de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank sedert hare oprich
ting tot 31 December 1923 aan leeningen onder eerste hypothecair verband heeft gesloten tot een
bedrag vanf 49.858.800.—
waarop in genoemd tijdvak is afgelost geworden 33.418.059.
blijft 16.440.741
dat van de ontvangen aflossingsgelden een gedeelte, waarvoor nog geen nieuwe
leeningen waren gesloten, te onzen genoege en ten behoeve der houders van
Algemeene Hypotheekbrieven tijdelijk was belegd100.000.
te zamen 16.640.741.
en dat daartegen op 31 December 1923 het saldo van de gecreëerde, na aftrek
van de vernietigde, Algemeene Hypotheekbrieven bedroeg
rentende 4 f 7.467.500.
47* 3.988.000.-
s - 1-980.300.-
I sVg I1.640 000.—
6 1.500.000.-
16.575.800
waarvan zij aan ons ingezonden en zoodoende tijdelijk aan den
omloop onttrokken heeft voor een bedrag van 51.300.
blijft f
16.524.500.—
De juistheid van het saldo der uitstaande leeningen werd ons bevestigd doordat voor iedere
leening een onderteekend saldobiljet werd overgelegd.
’s-Gravenhage, 5 Maart 1924.
Algemeen Administratie- en Trustkantoor te Rotterdam
w. g. DIJXHOORN.
G. NAUTA.
W. H. DE MONCHY.
BREVET.
N.B. Nog dient te worden opgemerkt, dat ten aanzien van vijf der in het jaar 1923 gesloten leeningen de
Staten van Hypothecaire Inschrijving nog niet van de betrokken Hypotheekkantoren ontvangen waren.
Intusschen bleek ons uit andere overgelegde stukken, dat ook deze leeningen onder eerste hypothecair
verband zijn ingeschreven,
21