RAPPORT
BIJLAGE I.
van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor te Rotterdam.
Hiermede verklaren wij, dat wij, ingevolge artikel 21 der Overeenkomst met de Eerste Neder-
landsche Hypotheekbriefbank op 27 November 1897 voor den Notaris W. J. M. DE BAS te
’s-Gravenhage verleden, op heden ten kantore dier Bank te ’s-Gravenhage, hare registers hebben
onderzocht en met de in den loop van het jaar 1921 ingevolge artikel 20 der genoemde Overeen
komst aan ons verstrekte gegevens hebben vergeleken, en een en ander accoord hebben bevonden.
Daaruit is ons gebleken, dat de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank sedert hare oprich
ting tot 31 December 1921 aan leeningen onder eerste hypothecair verband heeft gesloten tot een
bedrag van44.861.900—
waarop in genoemd tijdvak is afgelost geworden tot een bedrag van 29.272.128-39
blijft 15.589,771.61
en dat daartegen op 31 December 1921 het saldo van de gecreëerde, na aftrek
van de vernietigde, Algemeene Hypotheekbrieven, bedroeg:
rentende 4 °/08.237.900—
4'/ï 4.320.600—
5 1.574.000—
- 5'/275.000—
6 1.500.000—
15.707.500—
Hiervan heeft de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank
aan ons ingezonden en zoodoende tijdelijk aan den omloop
onttrokken voor een bedrag van214.000.
15.493.500.— 15.493.500—
De juistheid van het saldo der uitstaande leeningen werd ons bevestigd doordat voor iedere
leening werd overgelegd een onderteekend saldobiljet, terwijl het totaal bedrag dezer saldobiljetten
overeenstemt met het bovengenoemd cijfer van f 15.589.771.61.
’s-Gravenhage, 22 Februari 1922.
Algemeen Administratie- en Trustkantoor te Rotterdam
w. g. JOH. HAVELAAR.
DIJXHOORN.
P. J. VAN OMMEREN.
P. J. VAN WIJNGAARDEN.
Ed. JACOBSON, Secretaris.
N.B.
Hierbij dient opgemerkt, dat van een in het jaar 1921 gesloten leening de Staat van Hypothecaire
Inschrijving nog niet ontvangen is.
25