J4
De geheele administratie der Bank werd namens ons geregeld gecontroleerd
door den Heer G. van der Willik, accountant, alhier.
De Commissarissen Mr. Ed. Jacobson en Mr. Egb. de Vries, die aan de
beurt van aftreding waren, werden in de Algemeene Vergadering van Aandeel
houders van 18 Maart 1921 herkozen.
Thans moet, volgens rooster, aftreden de Heer Mr. C. B. Menalda, terstond
herkiesbaar, en worden voorzien in de vacature van wijlen Mr. J. A. Loeff.
Balans en Winst- en Verliesrekening zijn overeenkomstig art. 53 der Statuten
door Commissarissen onderzocht en door dat College goedgekeurd en namens
haar geteekend.
Als waardeberekening der fondsen, waarin onze reserve is belegd, is genomen
de beurswaarde van 30 December 1921 (laatste officieele beursnoteering in 1921),
terwijl de fondsen, waarin gedurende December 1921 geene officieele noteering
tot stand kwam, door deskundigen zijn geschat.
De Reservekas kwam op de Balans over 1920 voor met279.593.735
vermeerderde met:
statutaire reserve uit de winst over 192018.000.-
extra storting uit de winst over 19202.406.265
300.000.—
gedurende 1921 met:
verjaarde coupons (1 Januari en 1 Juli 1916) 30.—
Saldo der rekening Rente van het Belegd
Reservefonds 16.047.95s
16.07 7.955
en komt dus op de Balans 1921 voor met316.077.955
Bovendien werd gereserveerd het voordeelig koersverschil
van de effecten van het Belegd Reservefonds tusschen
30 December 1920 30 December 1921 ad. 15.379.61
Aftreding Com
missarissen.
Balans en Winst
en Verliesrekening.
Reservekas inge
volge art. 55 der
Statuten.