Ter voldoening aan art. 52 der Statuten, hebben wij de eer U aan te
bieden het verslag van onze Bank over het boekjaar 1920.
Het afgeloopen jaar is voor de Bank in vele opzichten een goed jaar
geweest, niettegenstaande de omvang van het bedrijf iets is ingekrompen.
De nog steeds stijgende prijzen van het onroerend goed maanden ons tot
voorzichtigheid aan, zoodat de Directie van oordeel was niet op uitbreiding
te moeten aansturen.
Zoodra de Bank eene loonende rente kon bedingen zijn wij, in overleg
met de Directie, overgegaan tot de uitgifte van 6 Algemeene Hypotheek-
brieven, volgens onze circulaire van November 1.1.
De ontstane crisis begon zich toen reeds te doen gevoelen, zoodat de
vraag naar belegging niet groot was, maar toch heeft deze maatregel goed
gewerkt voor de wederbelegging der door uitloting losbare Algemeepe
Hypotheekbrieven in Januari 1921.
De te bedingen rente voor de hypothecaire leeningen bedroeg in den aan
vang van dit boekjaar 5% en is gestegen tot 6$ welke rente in het laatst
der maand October algemeen bedongen kon worden.
Aan Algemeene Hypotheekbrieven is door de Bank ingekocht voor een
bedrag van ƒ848.900.uitgeloot voor een bedrag van 160.000.terwijl
in November 1.1. wederom een bedrag van 300.000.— 4 Algemeene
Hypotheekbrieven door loting is aangewezen om in de maand Januari 1921
geconverteerd te worden in 4^ brieven.