5 De aandeelen der Eerste, Tweede en Derde Serie waren op 31 December 1919 over 370 aandeelhouders verdeeld, als volgt: 105 aandeelhouders van i aandeel 105 aandeelen 67 2 aandeelen 134 45 3 135 39 4 156 32 5 160 18 6 108 7 7 49 12 8 96 7 9 63 17 p 10 170 2 11 22 1 aandeelhouder 12 12 7 aandeelhouders 13 91 3 14 42 2 17 34 3 18 54 1 aandeelhouder 20 20 1 23 23 1 26 26 370 1500 Van de bevoegdheid tot volstorting der aandeelen werd ook dit jaar geen gebruik gemaakt. Volgens art. 7 der Statuten mag niemand eigenaar zijn van meer dan dertig niet volgestorte aandeelen. Eene lijst van onze aandeelhouders, met vermelding van het aantal aandeelen ten name van ieder hunner staande, is toegevoegd als bijlage II aan dit verslag. JJ w JJ jj JJ n JJ jj JJ JJ jj JJ JJ jj ft n JJ jj n n JJ jj jj n JJ JJ jj n JJ n JJ jj jj JJ jj JJ n w Jt JJ n V JJ n n jj JJ jj n jj JJ y) i JJ jj n jj JJ jj n jj JJ

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Eerste Nederlansche Hypotheekbriefbank | 1919 | | pagina 5