RAPPORT
30
BIJLAGE I.
van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor te Rotterdam.
De juistheid van het saldo der uitstaande leeningen werd ons bevestigd doordat voor
iedere leening werd overgelegd een onderteekend saldobiljet, terwijl het totaal bedrag dezer
saldobiljetten overeenstemt met het bovengenoemd cijfer van 15.114.145.74.
's-Graa^enhage, 19 Maart 1920.
Algemeen \Administralie- en Trustkantoor te Rotterdam
w. g. W. A. MEES.
waarn. Secretaris.
Hiermede verklaren wij, dat wij, ingevolge artikel 21 der Overeenkomst met de Eerste
Nederlandsche Hypotheekbriefbank op 27 November 1897 voor den Notaris'W. J. M. DE BAS
te ’s-Gravenhage verleden, op heden ten kantore dier Bank te ’s-Gravenhage, hare registers
hebben onderzocht en met de in den loop van het jaar 1919 ingevolge artikel 20 der genoemde
Overeenkomst aan ons verstrekte gegevens hebben vergeleken, en een en ander accoord hebben
bevonden.
Daaruit is ons gebleken, dat de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank sedert hare
oprichting tot 31 December 1919 aan leeningen onder eerste hypothecair verband heeft gesloten
tot een bedrag van40.028.700.
waarop in genoemd tijdvak is afgelost geworden tot een bedrag van24.914.554.26
N.B. Hierbij dient opgemerkt, dat van tien in het jaar 1919 gesloten leeningen de Staten van Hypothe
caire Inschrijvingen nog niet van de betrokken Hypotheekkantoren ontvangen waren. Intusschen
bleek ons uit overgelegde verklaringen van de Beëedigde Klerken dier Hypotheekkantoren, dat ook
deze leeningen onder eerste hypothecair verband zijn ingeschreven.
blijft 15.114.145.74
en dat daartegen op 31 December 1919 het saldo van de gecreëerde, na
aftrek van de vernietigde, Algemeene Hypotheekbrieven bedroeg
rentende 4
9.217.100.—
4.329.500
1.450.000
14.996.600.— 14.996.600.—
A. J. A. GILISSEN.
P. J. VAN OMMEREN.
JOH. HAVELAAR.
G. NAUTA,