14
De verdeeling dezer 5 Algemeene Hypotheekbrieven was als volgt
1206 stuks van 1000.—f 1.206.000.—
176 5°°-— 88.000.-
295 100. - 29.500. -
1.323.500.-
In portefeuille waren: a. „Ingekocht” 29 stukken van
f 100.— b. „Voorraad” 104 stukken van 1000.,24 van
500.— en 76 van 'f 100.—126.500.
Het totaal bedrag der loopende Algem. Hypotheekbrieven 14.996 600.
was/117.545.74 minder dan dat van de hypothecaire vorderingen 15.114.145.74).
Van deze omloting werd proces-verbaal opgemaakt door den te ’s-Gravenhage
gevestigden notaris C. Vollgraff, waarin werd geconstateerd dat er getrokken
zÜn 359 nummers, vertegenwoordigende:
240 stukken 1000.—
80 500.
19® i) IOO. -
makende te zamen een nominaal bedrag van 299.800.
De houders dezer nummers hadden het recht in de maand Januari 1920
hun brieven ter omwisseling in \l/2 Algemeene Hypotheekbrieven aan te
bieden tegen betaling van 10.— per 1000.
Van dit recht werd gebruik gemaakt door de houders van
186 stukken 1000.—
54 n nn 5®®’
14® IOO.
va™4io/seAigl Ingevolge het besluit van het College van Commissarissen van 24 October
theekbrieven°ïn 1912, in verband met het besluit van 30 October 1919 van dat College, had op
41/g Algemeene
Hbrievenk' 7 November 1919 in tegenwoordigheid van één onzer en de Directie wederom
eene omloting der nummers van de in omloop zijnde4 Algemeene
Hypotheekbrieven plaats, tot een bedrag van 299.800.