16
De Commissaris Mr. C. B. Menalda, die aan de beurt van aftreding was,
werd in de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders van 13 Maart 1918
herkozen.
Thans moeten volgens rooster aftreden de Heeren Mr. K. W. Brevet,
Mr. J. A. Loeff en A. A. van Straaten, die terstond herkiesbaar zijn.
Balans en Winst- en Verliesrekening zijn overeenkomstig art. 53 der
Statuten door Commissarissen onderzocht en door dat College goedgekeurd
en namens haar geteekend.
Als waardeberekening der fondsen, waarin onze reserve is belegd, is
genomen de beurswaarde van 30 December 1918 (laatste officieele beurs-
noteering in 1918).
De Reservekas kwam op de Balans over 1917 voor met. f 235.070.13
en vermeerderde met:
statutaire reserve uit de winst over 1917 13.500. -
extra storting uit de winst over 1917n 6.006.25
254.576.38
en gedurende 1918 met:
verjaarde coupons (1 Januari en 1 Juli 1913) 292.—
Saldo der rekening Rente van het Belegd
Reservefonds10.749.315
11.041.31*
265.617.695
Het nadeelig koersverschil van de effecten van het Belegd
Reservefonds tusschen 31 December 1917 30 December
1918, welk bedrag van het Reservefonds moet worden
afgeschreven, wasJ 18.186.50
247.431.195
Aftreding Com
missarissen.
Balans en
Winst- en Ver
liesrekening.
Reservekas
ingevolge art. 55
der Statuten.