De verdeeling dezer 5 Algemeene Hypotheekbrieven was als volgt:
486 stuks van 1000. 486.000.
87 f 500- 43-500--
177 v I 100.- i 17.700.-
547.200.-
In portefeuille waren: a. „Vobrraad” 23 stukken van
1000.— b. „Ingekocht'’ 96 stukken van ƒ1000. 13 van
500.— en 53 van ƒ100. van welke stukken waren
gedeponeerd bij het Algemeen Administratie-en Trustkantoor
te Rotterdam 70 stukken van ƒ1000.— (ƒ70.000. 130.800.—
Het totaal bedrag derloopende Algem. Hypotheekbrieven (ƒ14.739.900.—)
was 7614.46 minder dan dat van de hypothecaire vorderingen 14.747.514.46).
zijnde 4 Algemeene Hypotheekbrieven plaats gehad in tegenwoordigheid van
één onzer en de Directie tot een bedrag van 300.500.
Van deze bmloting is proces-verbaal opgemaakt door den te 's-Gravenhage
gevestigden notaris C. Vollgraff, waarin is geconstateerd dat er getrokken
zijn 330 nummers, vertegenwoordigende:
251 stukken 1000.—
63 500.-
180 100.-
makende te zamen een nominaal bedrag van ƒ300.500.
De houders dezer nummers hadden het recht in de maand Januari 1919
hun brieven ter omwisseling in 41/2 Algemeene Hypotheekbrieven aan te
bieden tegen betaling van 10. per 1000.
Van dit recht is gebruik gemaakt door de houders van:
206 stukken 1000.—
47
Omwisseling Ingevolge het besluit van het College van Commissarissen van 24 October
theekbrieven°in I9I2> in verband met het besluit van 24 September 1918 van dat College, heeft op
41/0 ®/o Algemeene j 1
Hypotheek- 5 November 1918 wederom eene omloting der nummers van de in omloop
brieven.
n 5®0-