Verklaring van de Raad van
Commissarissen
Accountantsverklaring
Onderling Raiffeisengarantiefonds
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 sub c van de
statuten bieden wij u hierbij aan de balans per 31 december
1971 en de resultatenrekening over het op 31 december 1971
afgesloten boekjaar.
Deze stukken zijn ingevolge het daaromtrent in de wet
bepaalde mede-ondertekend door de Raad van Commissa
rissen.
De jaarstukken zijn door Moret Limperg, accountants,
onderzocht. Hun verklaring is opgenomen in dit jaarverslag.
Voor de resultaten van het afgelopen boekjaar verwijzen
wij u naar het verslag van de directie. Wij adviseren u
de balans en de resultatenrekening goed te keuren en de
verdeling van de winst te doen plaatsvinden overeen
komstig het door de directie aan het einde van haar verslag
gedane voorstel.
Utrecht, maart 1972
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over
1971 van de Raiffeisenhypotheekbank nv gecontroleerd.
Naar ons oordeel geven de balans en de resultaten
rekening, tezamen met de daarop verstrekte toelichtingen
een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van
het vermogen per 31 december 1971 en van de resultaten
over 1971.
Rotterdam, 29 februari 1972
Moret Limperg, accountants
De Raad van Commissarissen
Van Lijnden van Sandenburg, voorzitter
J.S. Biesheuvel, secretaris
46
Aan de Algemene Vergadering
Het nadelig saldo ad f796 012 is als volgt gespecificeerd;
een nadelig saldo van f 1 430 056 voor afdeling B en een
voordelig saldo voor afdeling A en C van respectievelijk
f 201 564 en f 432 480.
Wij stellen u voor overeenkomstig artikel 30, 27 en 40 van
het reglement het nadelig saldo van afdeling B ad
f 1 430 056 om te slaan over de leden, van het voordelige
saldo van afdeling A ad f 291 605 een bedrag van f 100 000
toe te voegen aan de reserve, f201 564 over te boeken
op de premierestitutierekening; van het voordelige saldo
van afdeling C ad f 432 480 een bedrag van f 200 000 toe
te voegen aan de reserve, f 232 480 over te boeken op de
premierestitutierekening.
Het aandelenkapitaal van afdeling C verminderde door
fusies met f 10 000 en vermeerderde door de uitgifte van
100 000 aandelen C per december 1971 met f 10 000 000.
Op de uitgegeven aandelen werd 10 procent gestort.
Bij afdeling A werden in 1971 achttien schadegevallen
uitbetaald, tien schadeclaims werden afgewezen en
zeven ingediende schadeclaims waren per 31 december
1971 nog in behandeling.
In 1971 heeft het bestuur met ingang van 1 januari 1972
uitvoering gegeven aan het besluit van de Algemene
Vergadering, een beroepsaansprakelijkheidsverzekering
bij afdeling A onder te brengen.
Onder afdeling B werden in 1971 drie schadeclaims uit
betaald. Vier schadeclaims waren per 31 december 1971
nog in behandeling.
Onder afdeling C werden in 1971 achtenvijftig schade
claims uitbetaald, drie schadeclaims werden afgewezen
en achttien schadegevallen waren per 31 december 1971
nog in behandeling. Eenenvijftig van deze schadegeval
len hadden betrekking op schadeclaims ontstaan door
het verlenen van persoonlijke leningen.
In 1971 werd door het bestuur besloten de delcredere-
verzekeringen voor extra hypotheken bij afdeling C van
het O.R.G.F. onder te brengen.
Om aan de statutaire voorschriften met betrekking tot de
verhouding tussen verzekerd bedrag enerzijds en
aandelenkapitaal en reserve anderzijds te kunnen voldoen
was de uitgifte van 100 000 aandelen C tot een bedrag
van f 10 000 000 noodzakelijk, waarvan 10 procent werd
gestort.
47