A.N.W.B. en van de Wegenwacht. Het gebruik van betaalcheques neemt een grote vlucht. Alleen al op de Centrale Bank werden in het verslagjaar circa 10 miljoen cheques verwerkt, te vergelijken met bijna 6 miljoen in 1970 en ruim 3 miljoen in 1969. De cheques die worden gebruikt bij het verkeer tussen cliënten van een zelfde Raiffeisenbank en de cheques die tussen groepen Raiffeisenbanken onderling worden verwerkt, zijn daarbij niet meegerekend. Ultimo 1971 waren ruim 310 000 betaal- passen in omloop bij cliënten van onze organisatie; 108 000 daarvan stonden op naam van gemachtigden. Met Neder landse betaalcheques kan men thans in 24 Europese landen geld opnemen bij banken. Er worden thans pogingen gedaan om in 1973 tot verruiming van de gebruiksmoge lijkheden van een gegarandeerde Europese betaalcheque te komen. In goed overleg tussen De Twaalf Gewesten, de aan gesloten banken en de afdeling Assurantiën van de Centrale Bank is er ook in het verslagjaar weer naar gestreefd om zoveel mogelijk de daarvoor in aanmerking komende banken een rechtstreeks agentschap voor De Twaalf Gewesten te geven. De verzekeringen behoeven dan niet meer via de Centrale Bank geleid te worden. De afdeling Assurantiën behoudt daarbij echter een belangrijke taak in de vorm van het geven van verzekerings technische en organisatorische adviezen en door het medeverzorgen van cursussen. Aan het einde van het verslagjaar waren 547 Raiffeisen banken ingeschreven in de verschillende registers voor assurantiebemiddeling van de Sociaal Economische Raad. Een groot aantal banken heeft speciale assurantiemede werkers in dienst. Was er in 1970 reeds sprake van een achterblijven van de productie van het verzekeringsspaarplan 'Beleggingspolis van de 7', in het verslagjaar is die productie, mede onder invloed van de conjuncturele ontwikkeling, zeer sterk terug gelopen. In de 'Beleggingspolis van de 7' werken wij samen met onze Eindhovense zusterorganisatie, de Nederlandsche Middenstandsbank en een viertal verzekeringsmaatschappijen. Ondanks het minder goede beursklimaat is het effecten bedrijf ten behoeve van onze cliënten in 1971 nog met bijna 20 procent gegroeid. Mede dank zij de diensten van onze, in 1970 overgenomen, dochterinstelling Transandine Handelmaatschappij nv en dank zij de automatisering van de effectenadministratie konden wij onze dienstver lening op dit punt aanmerkelijk verbeteren. Ultimo 1971 waren 228 van onze aangesloten banken ingeschreven als lid van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie. Bedrijfsresultaten De beschreven ontwikkelingen leidden per saldo tot een toeneming van het gecombineerde balanstotaal met f 2 245 (1514) miljoen of 19 (15) procent. De rente- en provisie winst steeg met 25 (27) procent aanzienlijk sterker dan het balanstotaal. De stijging van de rentewinst was te danken aan het verbeterde rendement van de uitzettingen, met name bij de leningen. De rentelasten stegen minder sterk dan verwacht: de verschuiving naar hoogrentende spaar- vormen ging weliswaar door, maar relatief toch in mindere mate dan in 1970. Onder invloed van onze toenemende activiteiten op het gebied van verzekeringen en reizen vertoonden ook de provisiebaten een toeneming. Deze baten bedroegen f 54 (43) miljoen. De genoemde stijging van de rente- en provisiewinst met 25 (27) procent betekende nominaal een toeneming van f 73 (82) miljoen tot f 399 (326) miljoen. Absoluut gezien is deze toeneming groter dan die van de bedrijfskosten, die, inclusief normale afschrijvingen, stegen met f 57 (39) miljoen tot f 252 (195) miljoen: een toeneming van 29 (25) procent. Deze stijging gaat ver uit boven de procentuele toeneming van het balanstotaal en ligt ook boven die van de rente- en provisiewinst. De toeneming van de bedrijfskosten was naar verhouding bij de aangesloten banken sterker dan bij de Centrale Bank. Ondanks de afnemende groei van het personeelsbestand was er zowel bij de Centrale Bank als bij de aangesloten banken sprake van een aanhoudende sterke stijging van de personeelskosten. Het salarisniveau vertoonde een sterke stijging. Dat is niet alleen een gevolg van de voortdurende loon- en prijsstijgingen, maar ook van de toegenomen kwaliteit van ons personeel. De uitbreiding van het dienstbetoon in diverse gespecialiseerde sectoren en de toegenomen concurrentie stellen steeds hogere eisen aan de capaciteiten van het personeel. Onder invloed van het sterk groeiende aantal administra tieve handelingen vertoonden ook de kantoorkosten een belangrijke stijging, terwijl de huisvestingskosten door de uitbreiding en verbetering van de accommodatie zich eveneens in stijgende lijn bleven bewegen. Het uiteindelijke bedrijfsresultaat over 1971 van onze organisatie was bevredigend. De bedrijfswinst vóór be lastingen nam toe tot f 144 (129) miljoen. Daarvan is f 67 22 (53) miljoen voor belastingen gereserveerd. Na toepassing van extra afschrijvingen en bijzondere voorzieningen en reserveringen tot een bedrag van f 27(30) miljoen resteert een onverdeeld winstsaldo van f 50 (46) miljoen. Exclusief dit winstsaldo belopen de open reserves van onze organisatie per eind 1971 f 632 (500) miljoen. Organisatorische aspecten Algemeen Goede voortgang werd gemaakt met de werkzaamheden in het kader van de voorgenomen fusie met de Boerenleen bankorganisatie. Voor bijzonderheden dienaangaande verwijzen wij naar het bijgevoegde overzicht van de gezamenlijke landbouwkredietorganisaties. In de Algemene Vergadering van 18 mei 1971 is de vestigingsregeling, die in 1970 werd ingevoerd, uitgebreid. De regeling heeft nu betrekking op alle plaatsen in Nederland en is ook van toepassing voor het verplaatsen van vestigingspunten. Verder werd een wijziging aan gebracht in artikel 5 van het Huishoudelijk Reglement van de Centrale Bank. De procedure bij het aanvragen van gelden door aangesloten banken is daardoor aanzienlijk vereenvoudigd. Automatisering In het begin van 1971 werd een geïntegreerd automatiserings systeem voor de effectenadministratie ingevoerd. Daarin is ook de nummerverantwoording van de effecten opge nomen. De werkzaamheden ten behoeve van de aange sloten banken werden in het verslagjaar weer aanzienlijk uitgebreid door naast de reeds bestaande mogelijkheid tot verwerking van de automatische periodieke betalingen ook normale giro-opdrachten, na fiattering en boeking op de rekeningen van cliënten, uit te voeren. Per eind 1971 was de administratie van 262 (164) banken geheel geauto matiseerd. Gezamenlijk hadden deze banken bijna 3,2 (2,2) miljoen rekeningen, hetgeen rond 70 (50) procent is van het totale aantal rekeningen van de gehele organisatie. Op deze rekeningen werden in het verslagjaar rond 65 miljoen mutaties verwerkt, te vergelijken met circa 40 miljoen in 1970. Opleiding en voorlichting Ook in het verslagjaar hebben wij weer grote aandacht besteed aan de opleiding en voorlichting van personeel van onze aangesloten banken. In september is de Raiffeisen- Boerenleenbankcursus, de 2-jarige opleiding voor staf functionarissen, van start gegaan met een geharmoniseerd programma voor in totaal 30 deelnemers, verdeeld over Utrecht en Eindhoven. In het verslagjaar werd een begin gemaakt met de introductiecursus en met de baliecursus, bestemd voor nieuw personeel van de aangesloten banken. Deze cursussen werden op verschillende plaatsen in ons land gegeven; in totaal namen er meer dan 1 000 per soneelsleden aan deel. De baliecursus is een specifieke opleiding voor nieuw baliepersoneel van de aangesloten banken. Inmiddels zijn daarvan 12 groepen met in totaal 175 deelnemers bijeen geweest. De cursussen op gebied van verzekeringen en toerisme, alsmede de bestuurders conferenties vonden normaal doorgang. Het voornemen bestaat om in 1972 een cursus te geven voor interne controleurs van de aangesloten banken. Personeel en accommodatie Het kantorennet van onze aangesloten banken is ook in 1971 weer aanzienlijk uitgebreid en verbeterd. Er werden 52 (66) hoofdkantoren van Raiffeisenbanken gebouwd of ingrijpend verbouwd; voor de bijkantoren beliep dit aantal 118 (85). Het aantal vestigingspunten van onze organisatie nam met 85 (69) nog iets sterker toe dan in 1970. Per het einde van het jaar telde onze organisatie 1840 (1 750) vestigingspunten. Uit de groei van het aantal vestigingen zou men de conclusie kunnen trekken dat de vestigingsregeling met onze Eindhovense zusterorganisatie voor de Raiffeisenbanken in het afgelopen jaar nog geen positieve invloed heeft gehad. Dat is echter wel degelijk het geval geweest; met name in de grotere plaatsen, waar zowel Raiffeisenbanken als Boerenleenbanken zijn ge vestigd, is de groei van het aantal vestigingen aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren. De desondanks sterke groei in 1971 werd mede veroorzaakt door de opening van nieuwe zittingen die op verzoek van cliënten tot stand kwamen, met name in bejaardentehuizen. Het aantal personeelsleden van de aangesloten banken nam in het afgelopen jaar toe met 1 037 (1243) tot 8 158 (7 121) personen. Bij de Centrale Bank waren ultimo 1971 1343 personen in dienst. Het aantal personeelsleden van de organisatie als geheel beliep per die datum 9501 personen, te vergelijken met 8301 per eind 1970. 23

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1971 | | pagina 12