zwakke bedrijfstakken maar ook voor bepaalde
agrarische produkten.
Er dreigde een handelsoorlog te ontstaan van een
omvang, zoals wij sedert de jaren dertig niet meer
hebben gekend. Een beslissing omtrent dit wetsontwerp
was nog niet genomen, toen begin januari 1971 de
zittingsperiode van het Congres afliep. Daarmee verviel
dit wetsontwerp, dat intussen echter opnieuw is
ingediend. De maatregelen die nu van bepaalde
Amerikaanse zijde beraamd worden, staan echter in
geen verhouding tot de omvang van de schade die de
Verenigde Staten van de Europese Gemeenschappen
ondervonden kunnen hebben.
De enige manier om de protectionisten de wind uit de
zeilen te nemen, zal zijn dat de Europese landen en
niet te vergeten ook Japan zich van hun kant bereid
tonen om de hangende geschilpunten openhartig te
bespreken en zo te trachten gezamenlijk tot een redelijke
oplossing te komen, die de verworvenheden van de
na-oorlogse periode niet in gevaar brengt. De hoop
is gewettigd, dat een oplossing in deze geest bereikt zal
kunnen worden.
Nederland
De overbesteding heeft in ons land gedurende 1970
steeds ernstiger vormen aangenomen. Zowel de
particuliere consumptie als de bedrijfsinvesteringen in
vaste activa gaven een sterke expansie te zien. De groei
van de industriële produktie bleek niet voldoende om
aan de krachtig gestegen vraag te voldoen. Uitbreiding
van het aanbod was vrijwel onmogelijk, omdat de
meeste bedrijven op topcapaciteit werkzaam waren.
Als gevolg hiervan en door de stijging van het
binnenlandse prijsniveau ontstond een steeds grotere
belangstelling voor produkten uit het buitenland. Ook
trad enige vertraging in de groei van het exportvolume
op. De betalingsbalans onderging door deze
ontwikkeling een zodanige verslechtering, dat het tekort
op de lopende rekening tot ruim 1,5 miljard opliep.
Buitenlandse handel 1965-1970
Indices 1965 100
Uitvoer
Invoer
200
140
120
100
1965 1966 1967 1968 1969 1970
10
De aanhoudende conjuncturele spanningen kwamen
duidelijk tot uiting op de arbeidsmarkt. De openstaande
aanvragen van werkgevers waren ruim tweemaal zo
groot als de geregistreerde arbeidsreserve. Het tekort
aan arbeidskrachten, dat in voorgaande jaren vooral
regionaal was, heeft zich in 1970 meer over het gehele
land verspreid. Mede als gevolg van deze schaarste aan
arbeidskrachten, steeg de loonsom per werknemer
met ongeveer 12'/2 Een extra stimulans voor de
loonkostenstijging vormde de f 400-actie, waardoor
het merendeel van de werkende bevolking in het bezit
van een extra uitkering werd gesteld. De regering heeft
het noodzakelijk geacht ter bestrijding van de inflatoire
ontwikkeling voor 1971 een loonmaatregel af te kondigen.
Op grond hiervan is de toegestane loonstijging tot
1 juli 1971 of later, afhankelijk van het tijdstip, waarop de
CAO afloopt, gefixeerd. Daarnaast werd een aantal
belastingen tijdelijk verhoogd, teneinde een vermindering
van het besteedbare inkomen tot stand te brengen.
De prijzen van de gezinsconsumptie hebben het
afgelopen jaar een stijging te zien geven van 4,4
Het gehele jaar zijn prijsbeschikkingen van kracht
geweest.
Gedurende de periode januari tot augustus mochten
alleen bepaalde kostenstijgingen in de prijzen worden
doorberekend. Van 1 augustus tot 4 november gold een
meldingsplicht ten aanzien van prijsverhogingen. Na
laatstgenoemde datum werd een door de regering
afgekondigde algemene prijsmaatregel in de vorm
van een calculatievoorschrift van kracht. Op grond
hiervan mochten slechts de hogere invoerprijzen, de
BTW-verhoging en de kosten voortvloeiende uit de
f 400-loongolf worden doorberekend.
Gedurende 1970 heerste er een grote activiteit op de
kapitaalmarkt. Er is voor een groter bedrag
geëmitteerd dan in het voorafgaande jaar, terwijl het
beroep op de onderhandse markt sterk is toegenomen.
Veel obligatieleningen zijn een succes geworden, dank zij
de levendige buitenlandse belangstelling die voor
beleggingen in Nederlandse waardepapieren bestond.
Aanvankelijk was deze interesse het gevolg van
speculatie op een revaluatie van de gulden of van een
vlucht uit andere, minder sterke valuta's. Toen de
rentedaling op de eurodollarmarkt bleef voortduren en
enkele landen overgingen tot discontoverlaging, waren
het meer rendementsoverwegingen die een rol gingen
spelen. Dank zij deze kapitaalimport is een ernstige
krapte op de kapitaalmarkt voorkomen. Een aantal
factoren oefende namelijk een negatieve werking op
de beschikbare hoeveelheid kapitaal uit. In de eerste
plaats was dit het verminderde aanbod van besparingen
van gezinnen en bedrijven. Het inlegoverschot op
spaarrekeningen is verminderd en de dalende winst
cijfers hebben de besparingen van het bedrijfsleven doen
teruglopen. Daarnaast golden voor de banken gedurende
het gehele verslagjaar kredietrestrictiemaatregelen van
de Nederlandsche Bank, zowel voor het korte als voor
het lange kredietbedrijf. Een aantal banken heeft de
normen voor het korte bedrijf herhaaldelijk overschreden.
Als gevolg hiervan diende van half mei tot half november
een renteloos deposito bij de Nederlandsche Bank te
worden aangehouden.
De rentepercentages van nieuw uitgegeven
obligatieleningen weerspiegelden de wijzigingen in de
conjuncturele situatie. De hoogste couponrente die in
1970 door de Staat werd geboden was 8 terwijl de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten een
8% %-lening uitgaf. Tegen het einde van het jaar
ontstond enige ontspanning op de kapitaalmarkt. De
hiermee gepaard gaande rentedaling weerspiegelde zich
in de dubbele emissie van de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten die in december werd geplaatst. De
8% %-lening had een looptijd van 25 jaar, en niet
van 15 jaar zoals langzamerhand gebruikelijk was
geworden, terwijl voor de kortlopende lening een
rentepercentage van 7% werd geboden.
De discontotarieven van de Nederlandsche Bank hebben
ondanks de tendenties tot renteverlaging in binnen- en
buitenland nog slechts een geringe wijziging ondergaan.
Gezien het sterk inflatoire klimaat zou een grotere
discontoverlaging ongewenste effecten teweeg kunnen
brengen. Onder de heersende omstandigheden zou een
dergelijke maatregel dan ook alleen maar
gerechtvaardigd zijn, indien de toevloed van buitenlands
kapitaal zodanige vormen zou aannemen dat het streven
naar stabilisatie van de economie er ernstig door
zou worden verstoord.
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een
wetsontwerp ingediend dat een nieuwe regeling bevat
van het toezicht dat door de Nederlandsche Bank
op het kredietwezen wordt uitgeoefend. In deze regeling
wordt zowel aan het sociaal-economisch als aan het
11