Kerngegevens van de organisatie Aan de algemene vergadering bedragen in miljoenen guldens Balanstotaal Uitzettingen Schatkistpapier Beleggingen op korte termijn Effecten Debiteuren Beleggingen op lange termijn Toevertrouwde middelen Deposito's en middelen op lange termijn Spaargelden Rekening-courant: privérekeningen overige rekeningen Reserves Baten Lasten Winst en reserveringen 1970* 11.860 1969 10.346 865 232 671 7.305 1.594 717 260 665 6.202 1.434 207 8.855 501 1.028 143 7.855 336 872 500 453 326 244 253 187 73 57 De gegevens dragen een voorlopig karakter. Inclusief extra afschrijvingen ad 10 (11) Aantallen Aangesloten banken Vestigingen Personeelsleden Spaarrekeningen Privérekeningen Overige rekeningen-courant 1970* 1969 637 645 1.748 1.679 8.301 6.811 3.050.000 2.810.000 550.000 373.000 235.000 225.000 Overeenkomstig het bepaalde in artikel 53 van de statuten wordt u hierbij het jaarverslag 1970 van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank aangeboden. In dit verslag zijn opgenomen de resultatenrekening en de balans per 31 december 1970 alsmede een toelichting op deze stukken. Een belangrijke gebeurtenis in het verslagjaar was de aankondiging van het streven naar een zo volledig mogelijk samengaan met de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Nadat in de Algemene Vergadering op 21 mei 1970 de vestigingsregeling voor de kantoren van de aangesloten banken van beide organisaties in plaatsen beneden dertigduizend inwoners nagenoeg unaniem werd aanvaard, maakten het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Raad van Beheer van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank op 17 september 1970 het voornemen bekend om tot de genoemde verstrekkende samenwerking te komen. Zowel in de najaarsringvergaderingen als in de Centrale Ringvergadering heeft de organisatie haar volledige instemming met dit voornemen betuigd. Als eerste stap op de nieuwe weg werd op 22 december 1970 de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. opgericht. Deze bank zal de taak van de Voorbereidingscommissie, die tot nu toe de plannen voor de samenwerking heeft gemaakt, voortzetten. Aan de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank worden door verschillende werkgroepen en contactgroepen, waarin functionarissen van beide centrale banken zitting hebben, adviezen uitgebracht over de wijze waarop de harmonisatie van het beleid der beide centrale banken en de integratie van de verschillende activiteiten kan geschieden. Naar aanleiding van zijn benoeming tot voorzitter van de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank legde dr. A. J. Verhage op 1 januari 1971 het voorzitterschap van het Bestuur neer. De heer Verhage bekleedde deze functie vanaf 1963. Hij was lid van het Bestuur sinds 1962. Daarvoor was hij vanaf 1948 lid van de Raad van Toezicht geweest. Wij zijn de heer Verhage erkentelijk voor de diensten die hij de organisatie reeds bewees en prijzen onszelf gelukkig dat hij in zijn nieuwe functie zijn beste krachten wil blijven geven aan het coöperatieve krediet. Het Bestuur heeft als opvolger van de heer Verhage uit zijn midden tot voorzitter benoemd mr. C. Th. E. Graaf van Lijnden van Sandenburg. De heer Van Lijnden van Sandenburg is sinds 1953 lid van het Bestuur. In 1959 werd hij benoemd tot plaatsvervangend voorzitter. In deze hoedanigheid is de heer Van Lijnden van Sandenburg opgevolgd door Jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden, tot dusverre secretaris van het Bestuur. Tot secretaris benoemde het Bestuur mr. J. S. Biesheuvel. 7

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1970 | | pagina 4