Voorstel tot winstverdeling
Verklaring van de
Raad van Commissarissen
Accountantsverklaring
Onderling Raiffeisengarantiefonds
Conform artikel 54 der statuten voegen wij toe aan de
Algemene Reserve een bedrag van 23.204.
Wij stellen u voor een bedrag ad 125.000 toe te
voegen aan de Reserve te maken consolidatiekosten.
Tenslotte stellen wij u voor het resterende winstsaldo
ad f 83.837 eveneens toe te voegen aan de Algemene
Reserve.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 sub c van de
statuten bieden wij u hierbij aan de balans per
31 december 1970 en de resultatenrekening over het
op 31 december 1970 afgesloten boekjaar.
Deze stukken zijn ingevolge het daaromtrent in de wet
bepaalde mede-ondertekend door de Raad van
Commissarissen.
De jaarstukken zijn door Moret Limperg, accountants,
onderzocht. Hun verklaring is opgenomen in dit
jaarverslag
Voor de resultaten van het afgelopen boekjaar verwijzen
wij u naar het verslag van de directie. Wij adviseren u
de balans en de resultatenrekening goed te keuren en
de verdeling van de winst te doen plaatsvinden
overeenkomstig het door de directie aan het einde van
haar verslag gedane voorstel.
Utrecht, 2 maart 1971
De Raad van commissarissen
Van Lijnden van Sandenburg, voorzitter
J. S. Biesheuvel, secretaris
Utrecht, 2 maart 1971
De Directie:
R. Manschot
J. W. Hudig
G reven
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening
over 1970 van de Raiffeisenhypotheekbank N.V.
gecontroleerd.
Naar ons oordeel geven de balans en de
resultatenrekening, te zamen met de daarop verstrekte
toelichtingen een getrouw beeld van de grootte en
samenstelling van het vermogen per 31 december 1970
en van de resultaten over 1970.
Rotterdam, 22 februari 1971
Moret Limperg,
accountants
50
Uittreksel uit het verslag
Aan de algemene vergadering.
Naar aanleiding van zijn benoeming tot voorzitter van de
Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen-
Boerenleenbank legde dr. A. J. Verhage op
1 januari 1971 het voorzitterschap van het Bestuur neer.
Het Bestuur heeft als opvolger van de heer Verhage uit
zijn midden tot voorzitter benoemd
mr. C. Th. E. Graaf van Lijnden van Sandenburg,
Het nadelig saldo ad f 34.713 is als volgt gespecificeerd:
een nadelig saldo van f 370.135 voor afdeling B en een
voordelig saldo voor afdeling A en C van respectievelijk
18.117 en f 317.305. Wij stellen u voor overeenkomstig
artikel 30, 27 en 40 van het reglement het nadelig saldo
van afdeling B ad f 370.135 om te slaan over de leden,
het voordelige saldo van afdeling A ad 18.117 toe te
voegen aan de reserve en van het voordelige saldo van
afdeling C ad f 317.305, f 200.000 toe te voegen aan
de reserve en f 117.305 over te boeken op de
premierestitutierekening.
Het aandelenkapitaal van afdeling C verminderde door
fusies met f 8.000 en vermeerderde door de uitgifte
van 22.862 aandelen B per 1 december 1970 met
f 2.286.200. Op de uitgegeven aandelen werd 10%
gestort.
Bij afdeling A werden in 1970 dertig schadegevallen
uitbetaald tot een bedrag van 129.142, waarvan per
1 januari 1970 gereserveerd f 46.277. Per 31 december
1970 werd voor 7 schadeclaims een bedrag van
f 141.373 gereserveerd.
Onder afdeling B werden 6 schadegevallen uitbetaald
tot een bedrag van 229.266, waarvan 196.523
per 1 januari 1970 was gereserveerd.
Per 31 december 1970 werd er voor nog openstaande
schadeclaims een bedrag van f 593.000 gereserveerd.
Onder afdeling C werden 37 schadegevallen afgewikkeld
tot een bedrag van f 61.479, waarvan 51.386 per
1 januari 1970 was gereserveerd. Per 31 december 1970
waren nog 19 schadeclaims in behandeling, waarvoor
f 100.582 gereserveerd.
Aan de statutaire voorschriften met betrekking tot de
verhouding tussen verzekerd bedrag enerzijds en
aandelenkapitaal anderzijds is voldaan.
Utrecht, 16 februari 1971
Het Bestuur:
Van Lijnden van Sandenburg, voorzitter
J. S. Biesheuvel, secretaris
Van Nispen tot Pannerden
R. Renkema