Raiffeisenhypotheekbank N.V. Aan de algemene vergadering van aandeelhouders In verband met zijn benoeming tot voorzitter van de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank legde dr. A. J. Verhage op 1 januari 1971 het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen neer. De Raad van Commissarissen heeft als opvolger van de heer Verhage uit zijn midden tot voorzitter benoemd mr. C. Th. E. Graaf van Lijnden van Sandenburg. Door banken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, die aan financieringsaanvragen niet of niet geheel konden voldoen, werd in dit boekjaar een voortdurend beroep op de Raiffeisenhypotheekbank N.V. gedaan. Als gevolg hiervan nam in de laatste maanden van 1970 het aantal verstrekte leningen sterk toe. Het beroep op de Raiffeisenhypotheekbank N.V. werd voor zover mogelijk ingewilligd indien het bestaande relaties van de aangesloten banken betrof, dan wel te verwachten was dat door de verstrekking een blijvende relatie zou ontstaan. Ter consolidatie van kortlopende verplichtingen werd een onderhandse lening opgenomen tot een bedrag van f 7,5 miljoen. Voor nieuwe verstrekkingen werd de voorfinancieringsovereenkomst met de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank verder benut. Gezien de huidige groei van de bank en de omvang welke de uitzettingen thans hebben bereikt, wordt overwogen om tot de voor een hypotheekbank gebruikelijke wijze van passieve financiering te komen in de vorm van pandbrieven. Ook dit jaar achten wij het gewenst een verdere voorziening te treffen voor de hieraan verbonden emissiekosten. Een voorstel in deze zin treft u aan onder het hoofd 'Winstverdeling'. In het financiële resultaat van de Raiffeisenhypotheekbank N.V. komen de toegenomen activiteiten alsmede de voortgaande ontwikkeling op bevredigende wijze tot uitdrukking. Aangezien versterking van het eigen vermogen de voortdurende aandacht verdient, zijn wij van mening dat een uitkering van dividend nog niet gewenst is. Hieronder volgt een overzicht van de verstrekte leningen: Hypotheken Aantal Bedragen Per 1 januari 1970 stond uit In 1970 gesloten en opgenomen op bestaande leningen In 1970 ontvangen aflossingen Hiervan stond uit: 159 138 297 297 f 13.485.903 12.922.859 26.408.762 844.223 25.564.539 a 71/4 a 71/2 a 73/4 8 a 8</2 a 83/4 a 9 7.764.552 2.077.446 425.410 1.433.502 3.288.158 2.436.390 8.139.081 f 25.564.539 Verdeling naar de grootte van de leningen: Aantal Bedragen Tot en met 25.000 62 f 1.114.940 f 25.001 f 50.000 113 3.784.063 50.001 f 100.000 55 3.775.266 100.001 f 250.000 42 6.430.566 250.001 500.000 18 6.015.954 boven 500.000 7 4.443.750 297 f 25.564.539 Verdeling naar de ligging der onderpanden: Aantal Bedragen provincie leningen Groningen 2 f 103.010 Friesland 7 1.248.955 Drenthe 6 493.500 Overijssel 10 938.991 Gelderland 57 4.156.491 Utrecht 34 4.791.787 Noord-Holland 85 5.583.129 Zuid-Holland 89 7.286.036 Zeeland 3 805.500 Noord-Brabant 4 157.140 297 f 25.564.539 1970 1969 Gemiddelde rente hypothecaire leningen 7.905 7.389 Gemiddelde rente geldleningen o/g 6.779 5.975 Marge 1.126% 1.414% Blijkens de resultatenrekening bedraagt de winst over 1970 232.041 na reservering voor te betalen belastingen ad f 197.662.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1970 | | pagina 23