Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank Raad van Toezicht De heer M. P. van der Weyden trad af als lid van de Raad van Toezicht wegens het bereiken van de zeventigjarige leeftijd. De heer Van der Weyden bekleedde reeds verschillende functies binnen de organisatie alvorens in 1947 lid te worden van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank. Ook in deze functie heeft de heer Van der Weyden zijn beste krachten aan de organisatie gegeven, waarvoor wij hem bijzonder erkentelijk blijven. In de door het aftreden van de heer Van der Weyden ontstane vacature werd gekozen de heer L. G. J. Alkemade. De aftredende leden mr. R. J. van Beekhoff en G. J. M. Berendsen werden door de Algemene Vergadering herkozen. Bestuur Naar aanleiding van zijn benoeming tot voorzitter van de Hoofddirectie van de Coöperatieve Raiffeisen- Boerenleenbank legde dr. A. J. Verhage op 1 januari 1971 het voorzitterschap van het Bestuur neer. De heer Verhage bekleedde deze functie vanaf 1963. In 1962 was de heer Verhage tot lid van het Bestuur gekozen, daarvoor was hij vanaf 1948 lid van de Raad van Toezicht. Wij zijn de heer Verhage erkentelijk voor de vele diensten die hij de organisatie reeds bewees en prijzen ons gelukkig dat hij zijn krachten wil blijven geven aan het coöperatieve krediet. Jhr. mr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden, in 1970 aan de beurt van aftreden, werd door de Algemene Vergadering als lid van het Bestuur herkozen. Directie en onderdirecteuren De directie onderging op 1 juli 1970 uitbreiding door de benoeming van mr. T. J. Jansen Schoonhoven tot directeur. In de vacature van onderdirecteur-secretaris, ontstaan door de benoeming van mr. T. J. Jansen Schoonhoven tot directeur, werd benoemd mr. F. H. Brust. Voorts werden tot onderdirecteur bevorderd de heren W. J. Dalmijn, H. J. Kerkmeester, C. L. van Niekerk en R. C. Nijmeijer. Leden De volgende fusies kwamen tot stand: Coöperatieve Raiffeisenbank 'Blija' met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Ferwerd-Blija' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Ferwerd-Blija'; Coöperatieve Boerenleenbank 'Oosterbierum' met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Harlingen-Sexbierum' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Harlingen-Sexbierum-Oosterbierum'; Coöperatieve Boerenleenbank 'Klarenbeek A' met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Klarenbeek' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Klarenbeek'; Coöperatieve Raiffeisenbank 'Hoenderloo' met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Loenen o/d Veluwe' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Loenen-Hoenderloo'; Coöperatieve Raiffeisenbank 'Heerhugowaard' met Coöperatieve Boerenleenbank 'Heerhugowaard- Raadhuisplein' tot Coöperatieve Raiffeisenbank Heerhugowaard; Coöperatieve Raiffeisenbank 'Eexterveen' W.A. met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Eext' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Eext'; Coöperatieve Raiffeisenbank 'Westwoud' W.A. met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Hoogkarspel' tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Hoogkarspel-Westwoud'; Coöperatieve Raiffeisenbank 'Annerveen' met Coöperatieve Raiffeisenbank 'Anloo' te Annen tot Coöperatieve Raiffeisenbank 'Anloo' te Annen. Het bankbedrijf Het tegoed in rekening-courant van de aangesloten banken steeg met f 274 miljoen f 325) tot 3.370 miljoen. De liquiditeiten, berekend volgens de richtlijnen van de Nederlandsche Bank, beliepen aan het einde van het verslagjaar 48,5 (50,1 van de opeisbare schulden. De kredietverlening aan landbouworganisaties - rekening-courantkrediet en leningen steeg met f 128 miljoen 115) tot in totaal f 803 miljoen. Mede in verband met de oprichting van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank te Amsterdam onderging de post deelnemingen een belangrijke stijging, namelijk van 27.8 miljoen ultimo 1969 tot f 87,1 miljoen ultimo 1970. De bedrijfsresultaten waren over het afgelopen jaar gunstig. Het bedrag van de bedrijfskosten en 32 afschrijvingen nam ten opzichte van het voorafgaande jaar nauwelijks toe, hetgeen verklaard moet worden uit incidentele kostenverhogende factoren in het jaar 1969. De baten uit hoofde van rente en provisie stegen in het verslagjaar met f 17 miljoen ten opzichte van 1969. Na reservering voor verschuldigde vennootschapsbelasting van 26 miljoen 18) resteert een winstsaldo van f 17,1 miljoen 9,4). Na de dotaties aan de bestemmingsreserves en na goedkeuring van het voorstel tot winstverdeling zal de kapitaalbasis van de Centrale Bank 200,9 miljoen 129) belopen, waaronder f 105,4 miljoen 89,4) aan open reserves. Gaarne willen wij alle medewerkers danken voor het vele werk dat zij voor de bank hebben verricht en voor de wijze waarop zij, naast de groei van de normale werkzaamheden, de extra werkzaamheden, voortvloeiende uit nieuwbouw- en fusieplannen, hebben opgevangen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1970 | | pagina 17