r~
gecombineerde balansen van de coöperatieve
31 december van de jaren 1960 tot en met V 69
activa
centrale raiffeisen-bank en de bij haar aangesloten banken per
(in x iljoenen guldens)
passiva
1960
196
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969 2)
kas, kassiers en daggeldleningen
68,6
84.
111,5
96,3
130,0
114,9
177,6
173,5
207,0
264,9
bankiers in binnen- en buitenland
28,5
27.
13,8
35,9
26,0
18,0
12,1
20,2
26,7
24,3
schatkistpapier
480,4
446.
424,9
396,6
364,3
453,3
488,5
543,8
618,1
716,6
beleggingen op korte termijn
67,5
85,
181,0
156,5
138,4
214,5
165,4
145,8
233,9
260,5
effecten
562,2
543,
495,6
583,0
523,2
502,9
489,5
534,4
558,9
667,2
debiteuren
519,4
584,f
650,2
667,7
721,5
714,8
820,1
1.064,7
1.149,2
1.321,3
leningen aan landbouworganisaties
160,7
184,5
242,8
276,6
380,8
420,8
452,5
491,7
547,5
620,5
leningen aan natuurlijke personen,
niet vallende onder vaste hypotheken
123,3
151,1
189,1
221,5
263,5
288,5
315,3
336,3
377,7
408,8
hypotheken
676,1
835,1
1.039,3
1.313,8
1.639,4
1.919,6
2.262,7
2.585,7
3.094,1
3.693,3
beleggingen op lange termijn
576,4
742,6
720,7
890,9
991,0
1.225,4
1.304,2
1.478,2
1.626,2
1.737,3
deelnemingen, inclusief voorschotten
4,3
4,8
7,2
7,3
18,4
20,1
25,4
28,2
18,4
27,8
vaste goederen en inventaris
3.267,4
3.690,5
4.076,1
4.646,1
5.196,5
5.892,8
6.513,3
7.402,5
8.457,7
9.742,5
reserves 3)
105,3
113,8
118,5
128,5
137,5
150,7
164,4
170,6
166,7
174,4
schulden op lange termijn
1,0
0,8
3,0
2,8
2,5
85,5
62,4
47,8
64,6
27,4
termijndeposito's
27,0
34,5
23,6
23,3
33,0
46,7
57,9
57,1
71,4
110,8
spaargelden
2.673,7
3.036,8
3.348,8
3.852,6
4.315,6
4.854,0
5.380,3
6.098,5
6.884,3
7.854,5
creditsaldi in rekening-courant
358,6
380,3
390,2
439,8
509,8
567,6
622,0
733,0
955,7
1.207,5
crediteuren
92,5
112,7
181,5
185,5
181,0
167,1
200,4
266,6
286,5
333,8
winstsaldo inclusief oud saldo
9,3
11,6
10,5
13,6
17,1
21,2
25,9
28,9
28,5
34,1
3.267,4
3.690,5
4.076,1
4.646,1
5.196,5
5.892,8
6.513,3
7.402,5
8.457,7
9.742,5
Inclusief Stichting Spaarbank voor het Onderwijs.
2) Inclusief Stichting Spaarbank voor het Onderwijs. Voorlopige cijfers.
3) Na aftrek boekwaarde vaste goederen en inventarissen.
52
53