Tabel 17 spaaroverschot naar urbanisatiegraad 1967 (bedragen x 1 miljoen) 1968 1969 stedelijke banken semi-stedelijke banken plattelandsbanken 127 25,2 130 25,8%) 247 49,0 504 (100 147 29,4 130 26,1 222 44,5 499 (100 170 25,2 163 24,1 343 50,7 676 (100 Tabel 18 ontwikkeling termijnspaargelden (bedragen x f 1 miljoen) 1967 1968 1969 toeneming termijnspaargelden 482 516 673 toeneming andere spaargelden (excl. rente) 22 —17 3 totaal tegoed termijnspaargelden 1.630 2.146 2.819 aandeel termijntegoed in totaal spaargeldbestand 26,8 31,4% 36,1 kredietverlening De uitzettingen in eigen kring van de aangesloten banken stegen in het verslagjaar met f 779 miljoen tegen 666 miljoen in 1968. De uitzettingen bereikten hiermee een totaal van f 5,3 miljard. Het verloop en de samenstelling van deze uitzettingen is weergegeven in tabel 21. De netto mutatie in de uitzettingen is het resultaat van een toeneming van de debetsaldi in rekening-courant ten bedrage van 94 miljoen en een toeneming van de leningen van f 685 miljoen. De nieuw verstrekte bedragen aan leningen bereikten Tabel 19 omvang girale tegoeden naar urbanisatiegraad (bedragen x 1 miljoen) 1967 1968 1969 stedelijke banken 140(18,3%) 207 20,7 277 21,4 semi-stedelijke banken 188 24,5%) 256 25,6%) 330 25^5 plattelandsbanken 438 57,2 538 53,7 688 53,1 766 (100 1.001 (100 1.295 (100 30 Tabel 20 spaarcijfers per provincie toeneming toeneming toeneming 1967 in 1968 in 1969 in saldo saldo saldo Provincie 1-1-1967 1-1-1968 1-1-1969 Groningen 10,2 7,7 9,7 Friesland 10,5 5,6 8,2 Drenthe 8,4 8,5 8,9 Overijssel 8,4 7,6 10,9 Gelderland 8,2 8,5 10,0 Utrecht 13,7 11,9 12,7 Noord-Holland 10,0 7,5 10,3 Zuid-Holland 10,1 9,6 9,9 Zeeland 6,0 6,3 8,1 Noord-Brabant 9,6 10,5 12,4 9,4 8,2 9,9 in verslagjaar een totaalbedrag van 1.525 miljoen tegen vorig jaar 1.234 miljoen. Dit leningbedrag kon voor 840 miljoen of ruim 55 uit binnengekomen aflossingen worden gefinancierd. In 1968 waren de nieuwe verstrekkingen en aflossingen respectievelijk f 1.234 miljoen en 680 miljoen. De af lossingen bedroegen toen eveneens ruim 55 van de verstrekkingen. Het totaal van de nieuw verstrekte leningen aan de ge hele private sector bedroeg 1.543 miljoen. De verdeling naar sectoren is in tabel 22 opgenomen. Uit de verdeling van de leningen naar sectoren blijkt, Tabel 21 uitzettingen in eigen kring van de aangesloten banken (bedragen x 1 miljoen) 1967 1968 1969 debetsaldi in rekening-courant (incl. rente) 697 809 903 leningen aan natuurlijke personen niet vallende onder hypotheken 336 378 409 hypothecaire leningen aan natuurlijke personen 2.415 2.896 3.493 leningen aan rechtspersonen 380 411 468 3.828 4.494 5.273 31

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1969 | | pagina 16