aangesloten banken
NIEUW
AFLOSSINGEN VERSTREKTE LENINGEN
in miljoenen guldens
1967 565 931
1968 680 1234
1969 840 1525
de grote belangstelling, die de door de Centrale Bank
georganiseerde mondelinge opleiding voor deze examens
heeft gevonden. Verhoging van de technische deskun
digheid stelt onze banken in staat op objectieve wijze
voorlichting te geven in het belang van de cliënt.
Wij achten het verheugend dat De Twaalf Gewesten,
waarmede de Centrale Bank nauwe banden heeft, in
toenemende mate bij de assurantiebemiddelingsactivi
teiten van de aangesloten banken wordt betrokken. Deze
niet op commerciële winst gerichte, doch wel op modern
zakelijke basis werkende maatschappij, vormt voor onze
coöperatieve banken een uitstekende verzekerings
relatie. Gaarne noemen wij hierbij ook de Eerste Onder
linge Schadeverzekeringsmaatschappij voor Land- en
Tuinbouw, met welke de Twaalf Gewesten in het ver
slagjaar tot een vorm van samenwerking is gekomen.
Wij hopen dat dit voorbeeld van samenwerken ertoe
moge bijdragen, dat het ons verwante onderlinge ver
zekeringswezen in sterkere mate contact met ons zal
zoeken.
In de sector van het girale betalingsverkeer vond een
zeer sterke uitbreiding van de mutaties en van het aantal
nieuw geopende privérekeningen plaats. Het aantal ver
werkte betaalcheques naderde de 3 miljoen, hetgeen een
stijging van 240 ten opzichte van 1968 betekende. In de
loop van het jaar werd in overleg met andere bankinstel
lingen besloten het maximum gegarandeerde bedrag
per betaalcheque van 50,— tot 100,— te verhogen.
Werden in 1968 gemiddeld per maand ruim 10.600
nieuwe privérekeningen bij onze banken geopend, in
1969 is dit gestegen tot gemiddeld 11.700 per maand.
Het totale aantal privérekeningen bij de organisatie be
droeg aan het einde van het jaar rond 370.000. Het ge
middelde tegoed per rekeninghouder gemeten aan de
stand per ultimo december steeg van 778 in 1968
tot f 890 in 1969.
De toeneming van het girale betalingsverkeer bij het
bankwezen maakt de centrale verwerking via de N.V.
Bankgirocentrale urgent. In het verslagjaar werden
goede vorderingen gemaakt met het treffen van de daar
voor noodzakelijke voorbereidingen.
Evenals in voorgaande jaren, werd ook in 1969 grote
uitbreiding gegeven aan het net van vestigingen. Het
aantal vestigingspunten nam met 79 (vorig jaar 89)
nieuwe kantoren toe, terwijl het aantal zittingspunten
met 1 afnam. Het totaal der vestigingspunten kwam
hierdoor op 1.679. Van de 79 nieuwe kantoren werden
er 49 (vorig jaar 48) in stedelijke gebieden gesticht.
uitbreiding onderging, daalde het aantal aangeslote
banken met 4 tot 645. Deze daling is een gevolg va
fusies van banken binnen de organisatie. Naast deze ii
terne fusies vonden er in het verslagjaar ook wee
enkele fusies plaats met zelfstandige banken buite
onze organisatie. Het spaartegoed bij deze banken be
droeg op het moment van de fusie in totaal 17,1 mi
joen.
De sterke groei van de bankactiviteiten heeft tot gevol
gehad dat wederom vele kantoren moesten worden vei
bouwd, respectievelijk geheel vernieuwd. Gereed kwa
men 18 projecten van verbouwing en 49 van nieuwbouw
Ook het personeelsbestand onderging, ondanks voort
gezette automatisering een sterke uitbreiding, nameliji
van 1.056 personen, tegen 988 in het voorafgaande jaar
Het personeel van de aangesloten banken en de Centrale
Bank gezamenlijk omvatte aan het einde van het jaar in
totaal 6.811 personen.
De activiteiten op het gebied van opleiding, instructie en
voorlichting werden in het verslagjaar verder uitgebreid.
De groepsbesprekingen met bestuurders van aangeslo
ten banken over banktechniek en bankbeleid richtten
zich in het afgelopen jaar mede op het onderwerp be-
drijfsfinanciering. De algemene kadervorming vond ver
dere voortgang, terwijl daarnaast specifieke cursussen
werden gegeven voor assurantiebemiddeling, reisbemid-
deling en administratieve automatisering. Voorbereidin
gen werden getroffen voor intensivering van de oplei
dingsactiviteiten voor het personeel van de aangesloten
banken.
Hoewel het aantal vestigingen opnieuw een belangrijke
28
spaargeldbeweging
De aangesloten banken boekten in het verslagjaar een
spaaroverschot (exclusief rentebijschrijving) van f 676
miljoen.
In 1968 bedroeg het verschil tussen inlagen en terug
betalingen f 499 miljoen. Uitgedrukt in procenten van
het spaartegoed per 1 januari kwam het spaaroverschot
in 1969 op 9,9% tegen 8,2% in 1968 en 9,4% in 1967.
Uit tabel 16 komt naar voren, dat met name in de eerste
vier maanden van het jaar het spaaroverschot bijzonder
hoog is geweest. Tot deze ontwikkeling droegen zowel
de banken welke op het platteland werkzaam zijn bij,
als de banken in de stedelijke en semi-stedelijke gebie
den. In de overige maanden was het spaarverschil tus
sen inlagen en terugbetalingen meer in overeenstemming
met het normale patroon van de voorafgaande jaren.
De omloopsnelheid van de spaargelden liep in 1969
verder terug. Deze daalde van 0,43 tot 0,41. Dit komt
overeen met een stijging van de gemiddelde verblijfs
duur van de spaargelden van 28 maanden tot 29 maan
den.
De toeneming van de spaargelden (exclusief bijgeschre
ven rente) had zeer overwegend betrekking op termijn
tegoeden.
Op termijnspaarrekeningen stond per het einde van het
jaar een bedrag uit van in totaal f 2,8 miljard.
Het aandeel van de termijngelden in het totaal van de
spaartegoeden steeg in het verslagjaar van 31,4% tot
36,1
Uit de spaargegevens van de banken bij indeling naar
provincie kan worden opgemaakt, dat de groeipercen
tages algemeen hoger waren dan in 1968.
ontwikkeling girale tegoeden
De aanhoudende sterke toeneming van girale tegoeden
is mede veroorzaakt door de overgang op het systeem
van girale salarisbetalingen bij een toenemend aantal
bedrijven. De creditsaldi namen in totaal met f 294 mil
toen toe, waarvan 149 miljoen op privérekeningen.
Het totaalbedrag der girale saldi kwam hierdoor aan het
einde van het jaar op 1.295 miljoen.
In 1968 stegen de girale gelden met in totaal f 235 mil
joen.
Tabel 16
inlagen en terugbetalingen spaargelden
1968
maand
inlagen
terug
betalingen
spaarverschil
januari
286,7
245,4
41,3
februari
232,5
210,9
21,6
maart
228,2
215,5
12,7
april
226,1
229,7
3,6
mei
296,5
233,3
63,2
juni
242,9
191,0
51,9
juli
304,9
205,5
99,4
augustus
261,8
190,6
71,2
september
255,7
197,2
58,5
oktober
305,6
228,5
77,1
november
271,7
225,3
46,4
december
290,2
330,6
40,4
3.202,8
2.703,5
543,3
44,0
(bedragen x f 1 miljoen)
1969
inlagen teru9" spaarverschil
betalingen
343,2
271,9
71,3
255,2
193,2
62,0
268,9
223,4
45,5
262,6
235,3
27,3
323,0
254,2
68,8
302,0
236,4
65,6
331,9
245,7
86,2
284,0
207,0
77,0
292,3
232,8
59,5
343,5
269,0
74,5
292,4
242,6
49,8
334,0
345,2
11,2
3.633,0
2.956,7
687,5
11,2