b«rkz:r„: m°g*iuk m °°k coöperaties mÓddirri T T 9r°0t dSe' °P baSiS dS StatUt9ire aansprakelijkheid middelen heeft aangetrokken, een behoorlijk eigen vermogen als buffer moet be- 21 financieringsoverzicht kinoenerStaande TÜ WÜ °Ver2iCht Va" de ni6UWe voorschotverstrek kingen van onze banken aan tuinbouwbedrijven. Nieuwe leningen verstrekt aan tuinbouwbedrijven Bedragen x f 1 miljoen 1968 _aantal bedrag aanta, bedra0 Tuinbouwbedrijven verwarmd 1^4 Fruitteeltbedrijven 52g '_056 31,8 Overige tuinbouwbedrijven 045 ,3'5 1,/4b^2 1 925 33,8 3 608 72'9 3.526 79^ algemeen Dei algemene ontwikkeling van de landbouw binnen de E.E.G. vraagt de volle aan dacht van de landbouwcoöperaties. Er zijn verschillende aanwijzingen dat de stij ging van de landbouwproduktie in de komende jaren iets minder spectaculair zal zijn dan in het verleden. Een stijgende omzet gaf in de afgelopen jaren het vertrouwen, dat voor de nieuwe investeringen ten behoeve van de be- of verwerking weer snel volledig emplooi niet DitTl T*™' B'J 660 Sta9nerende 9roei deze mogelijkheid kómt da r? W° in de C0Öperatieve wereld wel gezien. Meer en meer komt daarom het gesprek op gang om de investeringen binnen do verschillende sectoren onderwerp van gezamenlijk beleid te maken. De noodzaak hiertoe zal groeien, omdat de concurrentie dwingt tot het zoeken naar de meest e ficénte oplossingen, terwijl daarnaast de technische vooruitgang nieuwe mogelijkheden biedt. De sterk stijgende loonkosten dwingen dan ook tot verdere mechanisatie en daar- oor ook vaak tot grotere eenheden met gelijktijdige afstoting van kleinere ver werkingscentra. Een onvoldoende afschrijving in het verleden kan hierbij belem merd werken. J UBIKm Naast de technische veroudering speelt ook de economische veroudering een steeds grotere rok Het voeren van een juist afschrijvingsbeleid vraagt dan ook toekomst6 h °nV°ld°ende af te schdJven worden de lasten naar de toekomst verschoven, hetgeen bedrijfseconomisch niet verantwoord is. Met betrekking tot de financiering komt men bij de coöperaties tot het inzicht dat bedrijfstakken In de aankoopsector, met name binnen de kring van Cebeco, is het gesprek over het gemeenschappelijke beleid in 1968 weer verder gekomen. De algemene ver- gadenng heeft in december 1968 met zeer grote meerderheid het bestuur gemach- gd de eerder ontwikkelde plannen verder uit te werken en deze in concrete voor- steNen aan de organisatie voor te leggen. Men wil hierbij komen tot een centrale De fusies van de aankoopverenigingen gaan inmiddels door. De voorgenomen fusie 20 Zn LanTUWbank MePPSi' d6 C A F' in LeeUWarden de Aankoopcentrale in Groningen is hiervan de meest spectaculaire. In de zuivelsector is de ontwikkeling in Drenthe in het afgelopen jaar zeer belang rijk geweest. De DOMO, welke bijna de gehele provincie bestrijkt, heeft belang rijke vorderingen gemaakt op het gebied van een gemeenschappelijk beleid van de diverse ledenfabrieken, die ongetwijfeld tot een efficiëntere bedrijfsvoering zullen leiden en waardoor het tevens mogelijk is geworden een aantal fabrieken te sluiten. Ook de Coöperatieve Melkcentrale breidde haar activiteiten uit door de vergroting van haar belang in de Nederlandse Melkunie. Ook elders kwamen fusies tussen zuivelfabrieken tot stand. Met de samenwerking op het gebied van de afzet is men in de zuivelsector in het jaar 1968, althans voor zover dit naar buiten is gebleken, nog slechts weinig ge vorderd. Het is te hopen dat 1969 in deze resultaten zal laten zien. Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen ziet zich meer en meer geplaatst tegenover een concentratie aan koperszijde op de zogenaamde massamarkt voor groenten in het buitenland. De uiteindelijke inkoopbeslissing ligt in grote delen van ons afzetgebied niet meer in handen van duizenden maar in handen van tien tallen, naar het oordeel van de voorzitter van het Centraal Bureau. Prijsfluctuaties werken sneller door en mede hierdoor neemt men eerder een afwachtende houding aan wanneer een verdere prijsdaling wordt verwacht. De prijzen dalen hierdoor tijdelijk sterk. Ook de grote exporteurs ondervinden door de concentratie aan afnemerszijde meer problemen. Het Centraal Bureau wil samen met de handel, eventueel door deel neming in bestaande handelsondernemingen, een oplossing zoeken. Eerdere en verdergaande plannen werden in 1968 door de Bond van Exporteurs afgewezen. De aardappelmeelindustrie onderging een grote uitbreiding, enerzijds doordat door middel van nieuwe ontsmettingsmethoden de mogelijkheid werd geschapen de teelt met 50 uit te breiden en anderzijds doordat de verwerking van aardappelmeel tot derivaten een steeds grotere omvang aanneemt. De afzet van de zo snel vergrote produktie schept natuurlijk ook zijn problemen, doch deze lijken niet onoplosbaar. Ook in de sector van de aardappelmeelindustrie leeft de wens zeer sterk om tot een nog verdergaand gemeenschappelijk beleid van de verschillende fabrieken met het AVEBE te komen. Een verheugende ontwikkeling. financieringsoverzicht In de hieronderstaande tabel geven wij een overzicht van de ontwikkeling van de uitstaande bedragen in de verschillende coöperatieve sectoren in het verslagjaar. Financiering van land- en tuinbouwcoöperaties (X f 1 miljoen) ultimo 1967 ultimo 1968 kre voor kre voor dieten schotten dieten schotten Aan- en verkoop 178 153 187 160 Zuivel 123 130 94 142 Veilingen 16 47 18 57 Aardappelmeel 9 33 22 57 Strokarton 4 15 1 12 Overige industriële coöperaties 48 49 43 52 Diversen 44 65 37 67 Totaal 422 492 402 547

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1968 | | pagina 11