de organisatie voortgaande aanpassing en ontwikkeling 16 Het jaar 1966 is voor de Centrale Bank en voor de aangesloten banken wederom een jaar van grote activiteit geweest. In alle sectoren van het bedrijf werd voort- gewerkt aan de modernisering en de ontwikkeling. In de administratieve sector werd goede voortgang gemaakt met de automatische verwerking van de gegevens van aangesloten banken en Centrale Bank. Bij de dienstverlening aan de cliënten werd wederom grote aandacht besteed aan uitbreiding en verbetering van de vormen van dienstverlening. Ingevoerd werd de privérekening ten behoeve van personen, die hun salaris giraal wensen te ontvan gen. Ook werd overgegaan tot de uitgifte van een EU-reisspaarboekje. De houders van deze spaarboekjes kunnen bij andere raiffeisenbanken en boerenleenbanken in Nederland en bij raiffeisenbanken in Duitsland en Oostenrijk gelden opnemen. Verbetering van de dienstverleningsmogelijkheden werd ook bereikt door een ver dere uitbouw van het net van kantoren en door vernieuwing en verbouwing van be staande panden. In 1966 kwamen 51 nieuwe kantoren tot stand. Het totale aantal vaste vestigingen kwam hiermee op 988. Tezamen met de plaatsen waar zitting wordt gehouden, beschikte de organisatie aan het einde van het jaar over 1375 be- dieningspunten, alsmede over een tweetal rijdende bijkantoren met 16 verschillende standplaatsen. Aan de beveiliging van onze banken werd in het afgelopen jaar extra zorg besteed. Ook in 1967 wordt onverminderd voortgegaan doelmatige veiligheidsmaatregelen te treffen tegen bankovervallen. Opleiding van en voorlichting aan functionarissen binnen de organisatie gaan een steeds groter terrein bestrijken. In het afgelopen jaar werd begonnen met de op leiding van een tweede groep jonge aanstaande medewerkers. Ook werden voor lichtingsdagen voor functionarissen van plaatselijke banken gehouden. De Structuurcommissie kwam in de loop van het jaar met haar rapport gereed. In het rapport heeft de commissie de bestaande ontwikkeling geanalyseerd en deze beoordeeld tegen de achtergrond van de doelstelling van onze banken en de orga nisatieprincipes van het Raiffeisensysteem. Zij kwam tot de conclusie, dat de plaat selijke bestuursverantwoordelijkheid als kenmerkend structuurelement van de orga nisatie in positieve zin heeft bijgedragen tot de goede ontwikkeling bij de banken, mede door de nauwe banden, welke hierdoor met de plaatselijke gemeenschappen konden worden bewaard. Afstemming van het beleid op nieuwe maatschappelijke verhoudingen en aanpassing van onze dienstverlening aan nieuwe behoeften, stellen de plaatselijke bestuursorganen echter voor taken, welke niet zonder hechte samen werking in het verband van de organisatie kunnen worden aanvaard en ten uitvoer gebracht. Onderlinge steun in het verband van de organisatie kan bij de verdere taakvervulling niet worden gemist. De vele aanbevelingen van de Structuurcommissie betreffende de beleidsvoering, de werkuitoefening, de interne verhoudingen en de communicatie, zullen met de be stuursorganen en de directeuren van de aangesloten banken in groepsverband wor den behandeld. Tegen het einde van het verslagjaar werd overgegaan tot de oprichting van de Raiffeisenhypotheekbank N.V., waarvan de aandelen geheel in handen zijn van de Centrale Bank en de aangesloten banken. Het motief tot de oprichting hiervan lag in de behoefte aan een aanvullende financieringsinstelling, met behulp waarvan getracht kan worden aan hypotheekaanvragen uit de eigen kring van de aangesloten banken tegemoet te komen, wanneer de liquiditeit van deze banken de verstrekking door henzelf niet toelaat. automatisering Een produktiviteitsfactor van grote betekenis vormt het toenemende gebruik van elektronische apparatuur in het bedrijfsleven. Ook in de administratieve sectoren is het automatiseringsproces thans in volle gang. De centralisatie van het bank- giroverkeer door middel van een op te richten landelijke computercentrale is daar van een duidelijk voorbeeld. De samenwerking in het bankwezen, welke aan deze centralisatie ten grondslag ligt, vergroot de mogelijkheden van een goed geregeld giraal betalingsverkeer. toevertrouwde middelen Het middelenbestand bij de organisatie bereikte in 1966 een groei van 11 De groei bleef daarmee iets onder het niveau van de voorgaande jaren. In de jaren 1963 tot en met 1965 namen de toevertrouwde gelden gemiddeld met 13% per jaar toe. Het bedrag van de toevertrouwde middelen steeg in het afgelopen jaar met 592 miljoen, tegen 610 miljoen in het voorafgaande jaar. De mutaties in de middelen waren samengesteld uit 353 miljoen spaargelden, 173 miljoen bijgeschreven spaargeldrente over 1966 en 66 miljoen toeneming van creditgelden in rekening- courant. Als gevolg van deze stijging van spaargelden en rekening-courantgelden kwam het het totaal van de toevertrouwde middelen op 6.060 miljoen. Het aandeel van de organisatie in het totaal van de bij de spaarbanken en handels- banken in Nederland uitstaande bedrag aan spaargelden beliep op het einde van het verslagjaar 24,2% tegen 24,1 ultimo 1965. Het spaarverschil tussen inlagen en terugbetalingen bij de aangesloten banken was in het verslagjaar kleiner dan in 1965. Uitgaande van de spaartegoeden per 1 januari 1965 en 1966 bedroeg het spaarverschil in deze jaren respectievelijk 9,1 en 7,3 De vermindering stond mede in verband met de zeer hoge rentevoet op de kapitaal markt, als gevolg van toegenomen conjunctuurspanningen. spaarbeweging bij de aangesloten banken per maand (bedragen x 1 miljoen) januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Inlagen Terug betalingen Spaarverschil Inlagen Terug betalingen Spaarverschil 204,3 173,4 30,9 228,3 203,6 24,7 183,5 151,9 31,6 197,0 164,9 32,1 5,2 189,7 172,7 17,0 200,1 205,3 177,2 190,3 13,1 192,2 203,2 11,0 204,8 167,9 36,9 231,7 206,1 25,6 190,1 163,0 27,1 221,9 188,1 33,8 233,4 163,0 70,4 254,6 185,9 68,7 203,7 140,3 63,4 238,8 173,0 65,8 191,1 157,2 33,9 220,5 194,2 26,3 220,0 168,0 52,0 237,2 192,3 44,9 226,8 177,8 49,0 241,9 196,5 45,4 237,9 244,2 6,3 253,5 251,7 1,8 2462,5 2069,7 412,2 19,4 2717,7 2364,8 369,1 16,2 17

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank | 1966 | | pagina 9